29 APRIL 1993
283
De heer GARRITSEN
Het is een stuk uitwerking zou ik bijna zeggen van het bestemmingsplan Heilaar-Steenakker.
We hebben daarbij vanuit de fractie in het verleden toch de nodige kanttekeningen gemaakt.
Op zich hebben wij met dit project in feite geen problemen. Een knelpunt dat we wel
constateren en waarover verschillende fracties het hebben gehad is het punt van de aan- en
afvoer van de goederen daar. Als je praat over de vierde veiling van Nederland en je ziet de
ontsluiting op dit moment, dan zeggen we: het is een knelpunt en van datgene wat nu wordt
voorgesteld denken wij dat dat niet de oplossing is, er zal toch vrij veel overlast komen.
Anderzijds zeggen wij, alles afwegende, zoals de besluitvorming is gelopen, ook gelet op de
werkgelegenheid, ook gelet op het feit dat op die plek een veiling zit die best potenties heeft
om verder uit te groeien, dat wij hier een positief advies willen geven.
Wethouder TAKS
Het is inderdaad bijzonder verheugend een voorstel te mogen behandelen dat op zo'n brede
steun in de gemeenteraad mag bogen. Het is ook terecht dat de raad raadsbreed dit voorstel
steunt, want het is een uniek voorstel. Uniek is het project vanwege de aard van de werkzaam
heden op het I.A.B.C.-terrein. Ik denk dat een deel van die activiteiten zeker de kwalificatie
innovatie verdient. Het project is uniek vanwege het werkgelegenheidseffect, het is inderdaad
een uitbreiding gefaseerd van tweeduizend arbeidsplaatsen over een periode van tien jaar op
het terrein zelf. Daarnaast zijn er natuurlijk ook belangrijke uitstralende effecten in de sector
tuinbouw zelf maar ook in de toeleveringsbedrijven, in de transportsector en niet te vergeten
in de bouwnijverheid. Het gaat om gigantische bouwprojecten. Het project is uniek vanwege
de omvang van de investering in de onroerend goedsector. In totaal gaat het om werkzaam
heden in de vastgoedontwikkeling van 250 miljoen gulden, een ongekende omvang in Breda.
Uniek is ook dat in het project laten we zeggen toch wat betreft de verdeling van de risico's
tussen de particuliere sector en de overheidssector het zwaartepunt ligt bij de particuliere
sector. Bij zulke gigantische investeringen staat vast dat het risico maximaal wordt gedragen
door het bedrijfsleven zelf, het risico voor de overheid is bijna afwezig. Inderdaad zou je je de
situatie kunnen voorstellen dat een deel van de terreinen onverkocht blijkt te zijn in 2005.
Maar er is altijd behoefte aan bedrijventerreinen, ik denk dat we daarover niet al te bezorgd
moeten zijn. Tegenover zoveel unieke aspecten past toch een zekere bescheidenheid aangezien
het aandeel dat de overheid levert relatief gering genoemd mag worden, maar de heer Dijs
heeft gelijk, de mensen achter de schermen mogen geprezen worden, niet alleen de mensen bij
de initiatiefnemers zelf, maar ook aan de kant van het ambtelijk apparaat. Er is hard aan
getrokken door een aantal ambtelijke medewerkers van de gemeente Breda, zij verdienen het
inderdaad geprezen te worden. Het is niet gebruikelijk om de mensen met name te noemen,
dat doen we dus ook niet, maar de betrokkenen weten heel goed om wie het gaat en zij mogen
zeer zeker worden geprezen voor het werk dat zij hebben geleverd. Wat betreft de werkgele
genheidseffecten nog een paar opmerkingen, daarover is inderdaad ook in de commissie
uitgebreid gesproken. Het is van belang de kansen die ons nu worden geboden maximaal te
benutten. Het gaat bij die tweeduizend additionele arbeidsplaatsen om arbeidsplaatsen in een
segment van de arbeidsmarkt waar de werkloosheid groot is, daar is een groot aanbod. Ik
denk inderdaad dat het van belang is met onderwijs goede afspraken te maken over het aantal
L.B.O.'ers en M.B.O.'ers waaraan behoefte bestaat. Dat zal zeker ook gebeuren. Wat betreft
de extra werkgelegenheid: om die goed ten nutte te brengen voor de doelgroepen waar de ge
meente Breda voor staat is het van belang nu concreet te kijken of zich een project aandient
waarbij de gemeente de kans te baat neemt om langdurig werklozen en J.W.G.'ers in te
schakelen. Dat zou zich het beste kunnen laten denken bij die projecten waar de gemeente zelf
opdrachtgever is: bij infrastructurele werken. Dan lijkt mij dat het meest handzaam. U mag er
vanuit gaan dat de dienst Economische Zaken zal proberen in samenwerking met andere