28 JANUARI 1993 29 we moeten ook constateren dat het maken van beeldkwaliteitsplannen geen fluitje van een cent is en één, twee, drie even op tafel wordt gelegd. Dat we overal op tijd bij zijn in de toekomst, daarvoor durf ik op dit moment mijn hand niet in het vuur te steken, maar het betekent wel dat we de lijn uitzetten om in de toekomst adequaat te kunnen reageren op allerlei ontwikkelingen. Wat dat betreft, tijdigheid is een van de basisprincipes die hieraan ten grondslag liggen. Mevrouw Van Beusekom vraagt een fantastisch antwoord om het amendement van tafel te halen. Ik wil de discussie niet overdoen, want ik denk dat dat anders op de discussie uit de eerste termijn neerkomt. Voor de duidelijkheid: het college heeft nog geen 150.000,— ter beschikking gesteld, vraagt dat ook niet en zal op een gegeven moment bekijken hoe en wat. Ze heeft alleen een richting aangegeven aan deze wethouder hoe die daaruit zou kunnen komen, als hij dat nodig mocht vinden. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Wat mag ik dan verstaan onder het collegebesluit? Kunt u mij dat dan in het kort toelichten? Het collegebesluit spreekt over 150.000,— eenmalig uit het Grondbedrijf. Hoe moet ik daarmee omgaan? Wethouder DE BRUIJN Daar hoeft u op dit moment nog niet mee om te gaan, mevrouw Van Beusekom. U moet Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Wie dan wel? Wethouder DE BRUIJN U moet het als volgt zien. Als het college op een gegeven moment een besluit heeft genomen voor de uitwerking van het Stimuleringsfonds, dan wordt op dat moment de dekking gezocht tot een maximum van 150.000,-- samen met het Grondbedrijf, of bij het Grondbedrijf. Dat is de richting waarin het college de wethouder op stap zal sturen, op het moment dat hij denkt met zijn Stimuleringsfonds te moeten aankomen. Voor u is er dus nog helemaal geen gevaar, u kunt straks allemaal nog dol enthousiast het Stimuleringsfonds over boord kieperen. Maar als het college Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Waar ik heel blij mee ben, dat is dat het college het budgetrecht van de raad erkent. Dat vind ik de meest positieve opmerking deze avond. Wethouder DE BRUIJN Ik denk dat ik dat in mijn eerste termijn al nadrukkelijk heb aangegeven, dus daarop kom ik verder niet terug. Wat betreft de zaken rondom het symposium het volgende. Als er een uitgebreide discussie plaatsvindt over architectuurbeleid, dan heb je kans dat er in die openbare discussie wel eens meningen naar voren komen, waarvan je zegt: die passen binnen de lijn die wij denken uit te zetten. Dat is nu net het aardige van zo'n openbare discussie. Daarom voeren we hem ook en ook omdat er van diverse kanten naar architectuurbeleid wordt gekeken. Is het dan niet handig dat je, op het moment dat je constateert dat bepaalde meningen er goed inpassen, ook zo slim bent om die opmerking van derden mee te nemen en te integreren in je beleid? Dat is het enige dat we hebben gedaan. Ik zou het een diskwalificatie vinden van de hele opbouw van de nota en van de stellers als er simpelweg gekopieerd was uit werk van anderen of uit het symposium. Dat zou te kort doen aan de integraliteit van deze nota en dat wijs ik dan ook ten sterkste af.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 29