1 JULI 1993 321 als zodanig geprogrammeerd en vertaald in een programma, in actiepunten die dan kunnen worden aangedragen. Een discussie daarover is eveneens een taak voor de partijen als zodanig, ook dat weer in primaire zin en niet van de fracties, zeker niet van de fracties in dit stadium en zeker niet, nu we naar de verkiezingen toegaan, van het college, laat staan van de burgemeester. Het is dan ook opmerkelijk dat de burgemeester zich zelf in ieder geval de eerste rol heeft toebedeeld als voorzitter van de discussie met de opinionleaders. De rol van de inspraak in dit hele proces is nogal discutabel. Er worden naar aanleiding van een nota, waarin onze fractie zich op voorhand niet kan vinden en waarvan ik heb gezegd dat het teveel een neerslag is van bestendiging van het bestaand beleid, gesprekken aangegaan met de stad. Er komt een samenvatting van de resultaten van de gesprekken met de stad, maar, zoals gezegd, de nota kan per definitie alleen maar gekleurd zijn en dat betekent ook dat de samenvatting van de resultaten die de gesprekken met de stad oplevert ook alleen maar gekleurd kunnen zijn. Gekleurd kennelijk vanuithet bestendig beleid. Als oppositiepartij verkeren wij in de rol dat wij het niet eens kunnen zijn met deze nota. Het is ook min of meer onze taak om dat openbaar ter discussie te stellen en wat ons betreft stuurt en beïnvloedt die nota de discussie in negatieve zin. En de samenvatting kan, zoals ik heb gezegd, ook alleen maar gekleurd zijn. Dat betekent dat wij uiteindelijk afstand nemen van het voorstel, dat er eigenlijk op het eerste gezicht zo democratisch uitziet en dat vanavond zo democratisch tot stand zal zijn gekomen. Vanuit de commissie wil ik toch even een kleine anecdote vertellen en daarmee denk ik dat die hele weg juist was. In de pauze die is gevallen midden in de bespreking van dit punt heb ik even contact gehad met de heer Sandberg en die gaf ruiterlijk toe dat het natuurlijk zo is dat, wanneer de opdracht tot het samenstellen van deze discussienota en het organiseren van de communicatie met de bevolking was uitgegaan van de oppositie, er dan een volstrekt andere nota met volstrekt andere discussiepunten was geweest. En dat tekent inderdaad precies de houding die wij hier als oppositie ten opzichte van die nota moeten innemen. De rol van de inspraak is onduidelijk, die zal met name gekleurd zijn. De vraag is namelijk aan de orde: welke bijzondere betekenis wil je hechten aan de opvattingen die naar voren komen in de gesprekken met de opinionleaders in relatie tot de opvattingen die naar voren komen in de discussie met de bevolking? En ik moet zeggen dat uit de lijst van discussiepunten, die inmiddels bij het voorstel is gevoegd, wat ons betreft geen extra vertrouwen spreekt. Samenvattend, onze fractie zit op deze nota niet te wachten en wat ons betreft zou het zo moeten zijn dat andere partijen het ook op hun fatsoen moeten trekken en zij zouden met deze nota niet in zee moeten gaan. Ik denk dat zowel de oppositie als ook de eigen achterban links en rechts wordt gepasseerd. Onze conclusie is in ieder geval dat wij hier niet aan meedoen. Dit betekent dat wij niet akkoord gaan met het voorstel om daarvoor gelden uit te trekken. Het betekent eveneens, dat mag u uit mijn bijdrage concluderen, dat wij ons straks in de gesprekken met de bevolking als politieke fractie, als politieke partij geen rol toebedelen. Wij zullen die discussie met de bevolking graag zelf op basis van onze eigen uitgangspunten aangaan en die discussie gaan we als zodanig niet uit de weg. Ook in financiële zin is het wat onze fractie betreft heel erg duidelijk dat het niet zo mag zijn dat daarvoor gemeentelijke middelen worden uitgetrokken. Het betreft hier toch eigenlijk een taak van de politieke partijen, het zijn hun eigen verkiezingsprogramma's en de discussies die daaromtrent moeten worden gevoerd dienen zij zelf te betalen. Kortom, onze fractie zal de goedkeuring aan dat voorstel onthouden. De heer DE LEEUW Ik heb toch enige behoefte om hierop te reageren. Dus bij interruptie, als dat mag. Ik heb geluisterd naar het hele betoog. Ik heb in een korte tijd geleerd dat Groen Links niet alleen selectief luistert van tijd tot tijd, maar ook selectief leest van tijd tot tijd. De nota is een ondersteuning geweest en geeft aan wat er in Breda leeft, geen bestendig beleid, maar wat er leeft en dat wordt ter discussie gesteld. We gaan een open discussie aan. Wat Groen Links in feite graag zou willen is een politieke discussie die vooraf wordt afgebakend door de politiek.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 321