1 JULI 1993
334
en is afhankelijk van de doelgroep die op dat moment van het doelgroepenbad gebruik maakt.
Ik stel voor dat we in de commissie terugkomen op het punt hoe je daarmee moet omgaan, want
dat heeft zo zijn beperkingen in het geheel. Mocht ik in de richting van mevrouw Heessels wat
onduidelijkheden hebben gecreëerd over het feit dat we misschien toch maar geld voor de geplande
aanpak van de Wisselslag zouden gaan gebruiken voor dit nieuwe bad, dan kan ik zeggen dat
dat niet het geval is. Dit zijn duidelijke afspraken, dat heb ik vorige keer ook gezegd. Ik heb
alleen aangegeven dat het totale investeringsplan binnen de 3,4 miljoen moet blijven als totale
negatieve exploitatie. Hoe de feitelijke aanpak van de Wisselslag eruit komt te zien, dat zullen
we nog nader moeten bekijken. Als daar een financieel plaatje uitkomt dat iets lager is, dan houden
we daarmee geld over, is het hoger dan moeten we terug. Wat betreft het programma van eisen,
mijnheer Garritsen, kan ik alleen maar verwijzen naar het programma van wensen wat door deze
raad is vastgesteld en waarin geen buitenbad zit. En wat betreft zijn andere opmerkingen, daar
hebben we het al vaak genoeg over gehad.
De heer GARRITSEN
Waarom volgt u niet de Inspraakverordening? In de Inspraakverordening staat dat er een
inspraakwerkplan moet komen. Dat is niet gerealiseerd. Daar had ik graag nog een antwoord
op.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
148. KREDIETAANVRAAG VERHUURKANTOOR.
De heer SINKE
Dit onderwerp is zeer uitgebreid aan de orde geweest in de gecombineerde commissievergadering,
maar daar niet afgeprocedeerd. Daarom kom ik er nu even op terug. Naar mijn idee zat het
probleem met name in het feit dat de reorganisatie van de gemeentelijke diensten en de bouw
van het verhuurkantoor gelijk lopen en dat levert een aantal onduidelijkheden op. De eerste
onduidelijkheid waarover is gesproken is de uiteindelijke bezetting van het verhuurkantoor.
Hoeveel medewerkers van een gemeentelijke dienst komen daar nu te zitten als het vol moet
worden? En ten tweede is er onduidelijkheid over de exploitatie van dat gebouw en dan met name
over de opbouw van de 1,4 miljoen die wij als raad daarvoor opzij hebben gezet. Wij hebben
daar in de gecombineerde commissievergadering lang en uitgebreid over gediscussieerd. Ik moet
zeggen niet altijd even bevredigend, omdat een hoeveelheid informatie ontbrak. Die informatie
is toegezegd door de voorzitter van de gecombineerde vergadering en die hebben wij een paar
dagen geleden gekregen. Voor wat betreft de CDA-fractie kan ik zeggen dat het merendeel van
de informatie zo zonder verdere vraagstelling akkoord is en wij kunnen daarin ook de antwoorden
op de gestelde vragen terugvinden. Er zijn een paar punten, waaraan ik toch nog een kleine vraag
wil wijden. Mijn eerste vraag heeft betrekking op het aantal mensen dat in het verhuurkantoor
zal komen. Naar mijn idee hebben wij in de gecombineerde vergadering gesproken over een
maximaal aantal medewerkers van 225. Hier zie ik dat in de berekening rekening wordt gehouden
met 200, waarbij bovendien nog een behoorlijk aantal voor de groei over 1993/1994 opzij is
gezet. Er zit dus, wat mij betreft, in de berekening een flinke ruimte van niet benodigde mede
werkersplaatsen. En mijn vraag aan u is of we daar nog iets mee gaan doen, gaan we die ruimte
tijdelijk verhuren of wachten we tot die inderdaad volloopt? Mijn tweede vraag is: wij hebben,
toen wij indertijd over het Stadskantoor spraken, een bedrag genoemd als een soort integratievoor
deel. Nou heb ik een dergelijke berekening niet in deze stukken kunnen terugvinden. Het kan
zijn dat die al meegenomen is in de totaalberekening, maar dat hoor ik graag van u. En mijn
laatste vraag is: onderaan op het eerste vel van het stuk dat wij thuis hebben gekregen staat: "de