1 JULI 1993 342 De heer GARRITSEN Het punt van de reorganisatie. Op zich is het formeel terecht als u zegt dat het college naar de raad komt als ze besluiten heeft genomen. Maar hoe vaak treffen we geen commissiestukken die nog in het college moeten worden behandeld. Dus als zodanig wijkt het college daar nog wel eens van af. Het punt is dat die hele reorganisatie een vrij ingrijpend verhaal is. Ik denk niet dat er de laatste week nog even wordt beslist, maar dat er natuurlijk al meer bekend is. En in die zin had ik toch wat meer informatie over die reorganisatie hierin verwacht. En een van de belangrijkste punten is toch met name de hele afstoting van de Milieudienst. Per 1 januari zal dat in feite toch gerealiseerd moeten worden, maar gelet op het besluit van het Stadsgewest zal dat denk ik wat langer gaan duren. Ik vind dat we toch wat meer zicht moeten hebben op het feit hoe die zaak zich verder ontwikkelt, omdat ik bang ben dat je misschien over een paar maanden moet zeggen: op een aantal zaken waarover we toen hebben besloten moeten we weer terugkomen. En dat zou heel slordig zijn. Als we deze besluitvorming, al was het maar met veertien dagen, zouden opschuiven dan hadden we als raad mogelijk toch wat meer inzicht in dat hele reorganisatieverhaal, welke mensen komen daar te zitten, welke eisen stel je daaraan en dan kun je ook precies zien hoe het financieel in elkaar zit. Wethouder DE BRUIJN Ingaand op de laatste opmerking van de heer Garritsen het volgende. Een en ander betekent een extra raadsvergadering, namelijk over veertien dagen, en voorzitter, dat mocht ik van u niet toezeggen zei u net. Vandaar dat we deze procedure gewoon aanhouden zoals die voorligt. In de richting van de heer Sinke het volgende. Wij hebben net even gekeken wat er exact in het contract staat over onderverhuren. In het contract wordt daarover niets geregeld. Ik stel voor dat we dat in ieder geval nogmaals in de onderhandelingen terugbrengen met de verhuurder en dat we u in september laten horen wat daarvan de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Het contract sluit niets uit, maar maakt het ook niet mogelijk, kortom, een onbeschreven blad. Over uw opmerking over rendabele en onrendabele diensten het volgende. Mocht het zo zijn dat er meer onrendabele diensten in het totale gebouw komen, dan zou dat inderdaad betekenen dat de lasten per werkplek omhoog gaan. We moeten wel bedenken dat bij de rendabele diensten een groot gedeelte van de kosten intern wordt doorberekend. Wat dan het netto resultaat is, is nu moeilijk te zeggen. Dat betekent niet dat je dat voor 100% mag doorberekenen. Wij gaan er echter op dit moment nog vanuit, dat dit de verdeling is, zoals die voor het verhuurkantoor en het Stadskantoor, want die moeten we dan wat dat betreft gelijk zien, geldt. Op dit moment hebben we nog geen aanleiding om te zeggen: dit kan volledig onderuit worden gehaald, met de gegevens die we nu hebben. De heer Van de Steenoven zegt: de besluitvorming is eigenlijk omgekeerd, eerst een kantoor en vervolgens de reorganisatie. We moeten constateren dat we met het verhaal over het kantoor al ruim een jaar bezig zijn. Op dat moment hebben we een besluit genomen op basis van de op dat moment bekend zijnde gegevens. En het hele verhaal over de reorganisatie is in de loop van het vorig jaar met "Licht op Schering en Inslag" naar voren gekomen. Een en ander betekent natuurlijk wel dat de eerste besluitvorming samen met de tweede besluitvorming nadrukkelijk één lijn moeten gaan vormen. Maar we hebben eerst gezegd: dit is de organisatie en we kunnen daarmee op die manier met een verhuurkantoor aan de gang. Als dan vervolgens de organisatie verandert, dan zitje natuurlijk wel met het gegeven datje al eerder een besluitvorming hebt genomen. We willen in ieder geval wel proberen rekening te houden met het feit wie waar komt te zitten en dat heeft ook weer te maken met hoe je tegen het geheel aankijkt en het heeft er uiteraard ook mee te maken of je daar publieksfuncties wegzet. We moeten constateren dat de publieksfuncties in principe in de centrale hal in het Stadskantoor aanwezig zijn en dat er vandaar uit een doorverwijzing of een terugkoppeling is naar de achterban. Dus wat dat betreft blijft de publiekshal in eerste instantie de centrale spil. Of dat ook betekent dat bijvoorbeeld een Parkeerbedrijf, als dat daarin zou komen, daar op een gegeven moment ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 342