1 JULI 1993 349 Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Toen de nota in aanvang werd behandeld had niemand morele bezwaren tegen de toen voorgestelde financiering in de nota die vervolgens is vastgesteld. U zegt: de financiering voor 1993 is nu veiliggesteld. Wat stond er ook weer over in de Kadernota 1994? Daarin staat ook iets genoemd en ik meen mezelf een getal te herinneren, maar dat weet u vast beter dan ik en dan kunnen wij ook kijken hoe we daarmee omgaan en hoe zuiver we dan verder gaan. Want ik blijf het vinden hoor en ik niet alleen, dat het Grondbedrijf echt voor andere zaken is en als daar winsten worden geboekt dan zijn die ervoor om de exploitatieverliezen op te heffen, dat is voor ons een hele cleane redenering. U heeft ook nog niet gezegd hoe u erin de toekomst mee omgaat, maar dat kunt u koppelen aan mijn vraag: hoe stond het ook alweer in de Kadernota 1994? Welk bedrag is er toen voor architectuurbeleid uitgetrokken? Wethouder DE BRUUN Ik ben blij dat ik naast de wethouder Financiën zit, die dat soort dingen dag en nacht uit zijn hoofd kent, en ik heb begrepen uit zijn vragende blik en zijn vertwijfeling dat er in de Kadernota niets stond, alleen dat bij de begroting nader aan u zal worden voorgelegd hoe we daarmee omgaan. Dus bij de begroting zal er een invulling plaatsvinden hoe we daaraan op termijn en in duurzaamheid van beleid een invulling zullen geven. Het college is het met u eens dat het Grondbedrijf diverse taken en diverse verantwoordelijkheden heeft, ook financiële. We moeten ook constateren en daar sluiten we aan bij wat de heer Van de Steenoven heeft gezegd, dat binnen het Grondbedrijf het architectuurbeleid een vrij belangrijk aspect is, gelet op de directe onderhandelingen en de contacten met ontwikkelaars en de gronduitgifte die daarbij aan de orde is. Kortom, een heldere relatie die het college op deze manier tracht vorm te geven. Akkoord. 152. VASTSTELLING LEEFMILIEU VERORDENING BINNENSTAD. Akkoord. 153. HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN TERREIN GELEGEN HOEK WILHELMINAPARK-WILHELMINASINGEL. De heer GARRITSEN Een korte stemverklaring. We hebben er veel moeite mee dat al dit soort terreinen in Breda wordt ingevuld met vrij dure bouwlocaties; in dit geval gaat het om prijzen van 300.000,- tot 500.000,-. Dat is zo'n eenzijdige invulling dat wij vinden dat je dat niet kunt maken ten opzichte van de mensen die ook naar een woning zoeken, maar zeker niet naar deze. Wij vinden die verdeling heel onevenwichtig, daarom gaan we met dit voorstel niet akkoord. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd. 154. VASTSTELLEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN "ZUILEN". De heer GARRITSEN Het punt waardoor het zolang is blijven liggen, los van een kleine antennemast die er ergens nog tussen geduwd moest worden, was dat voor een waardevol monumentaal pand de monumen tenafdeling te laat is ingeschakeld. We hadden al in een eerste stadium gevraagd: kijk daar nu eens naar. En je ziet dan weer dat er allerlei voorschriften worden gemaakt, dat er uitbreidingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 349