1 JULI 1993 352 lopen, wil je het optimale effect hebben voor het openbaar vervoer. Dat wil de meerderheid van de raad niet en dus gaan we het maar opnieuw onderzoeken. Hopelijk wordt door dat nieuwe onderzoek eindelijk die oplossing gevonden die èn voldoet aan de randvoorwaarden van de meerderheid van de raad èn toch óók voor het openbaar vervoer dat rendement oplevert dat we met z'n allen zeggen te willen. Mevrouw VAN BERGEN-NUEHOLT In dit voorstel wordt een aanzet gegeven om te komen tot een integraal beleid op het gebied van verkeer en vervoer in de binnenstad. Ik denk dat dat heel belangrijk is voor de stad. Bij een ongewijzigd beleid zou namelijk de binnenstad dichtslibben en ik denk dat we het er allemaal over eens zijn, dat dat ongewenst is. Omwille van de culturele functies van onze stad, de recreatieve en niet in de laatste plaats ook de economische functie van de stad is het dus nodig een ander beleid te gaan voeren. En omwille van diezelfde functies, is het ook nodig dat de binnenstad bereikbaar blijft. De VVD-fractie hecht daar zeer aan. Daarom is onze fractie ook tevreden met de uitbreiding van de Tolbruggarage met een nog nader te bepalen aantal plaatsen en ook met de bouw van een nieuwe parkeergarage op het Chasséterrein en op het terrein van de voormalige gasfabriek. Hierbij moeten wij evenwicht tussen de Westkant en de Oostkant ten aanzien van de parkeerfunctie goed in de gaten houden. Ik heb in de commissie begrepen dat we nu geen exacte cijfers vaststellen, maar dat er binnen een niet al te lange termijn concrete invullingen in de raad komen. Die wil de VVD-fractie graag volgen. Wij verwachten veel effect van het dynamisch parkeerverwijzingssysteem in de binnenstad, om onnodig zoekgedrag van automobilisten te voorkomen. Wij verwachten minder van het dubbel-gebruik van parkeerplaatsen, verwijzend daarbij naar het effect dat het experiment had met het GAK-terrein en dat een voortijdige dood is gestorven. Voor onze fractie is een evaluatie in 1997 van groot belang. In die zin van groot belang, als blijkt dat er stagnaties optreden, omdat er echt aanwijsbaar te weinig parkeergelegenheid is, dat dan het beleid in andere zin wordt bijgesteld. Het raadsvoorstel gaat eerst over parkeergarages en daarna over andere wijzen van vervoer. Ik heb die volgorde ook in mijn verhaal aangehouden. Er zijn nog wat milieuvriendelijkere wijzen van vervoer, die moeten we zeker niet vergeten. Want ik denk, als het college erin slaagt om goede voorwaarden te scheppen voor de fietsende bezoekers van de binnenstad, de voetganger en de rolstoeler niet te vergeten, die ook allemaal op een veilige manier naar het centrum zouden moeten kunnen komen, en de fietser daar zijn of haar fiets goed kan stallen, dan zal dat een uitstekende investering zijn, waarvan onzes inziens een gunstig effect zal uitstralen op een vermindering van de groei van de automobiliteit in onze binnenstad. De VVD-fractie vindt dat het college met een goed voorstel is gekomen, dat wij in grote lijnen graag ondersteunen. De heer VAN GURP In de eerste plaats wil ik het college complimenteren met de integraliteit van het voorstel, mevrouw Van Bergen had het daar ook al over. Onze fractie is daar zeer tevreden over. Ik denk dat je alleen op de manier zoals die hier is gepresenteerd, deze problemen kunt aanpakken. Net als voor alle partijen is dit ook voor ons een compromis, wat inhoudt dat er pijnpunten inzitten. Die pijnpunten zijn ongeveer van dezelfde strekking als bij de PvdA. Eén van de grootste knelpunten voor ons was toch de uitbreiding van de Tolbruggarage. Ook wij staan voor, datje het parkeren zoveel mogelijk aan de randen van de singels zou moeten bewerkstelligen. Ik denk dat dit voorstel in ieder geval een stap op die weg kan zijn, ook al wordt door anderen wel eens het tegendeel beweerd. Wat betreft het parkeren op straten, ook dat is één van de punten die wij altijd erg hoog in het vaandel hebben staan en we zijn dan ook blij dat het hopelijk binnen afzienbare tijd gaat gebeuren. Dat dat gelijk moet opgaan met het aanbieden van vervangende parkeerplaatsen, daar kunnen wij ons achter stellen. Het gaat bij dit voorstel enerzijds om de bereikbaarheid, de verblijfskwaliteit en het milieu. Wat dat betreft is het ook verheugend om te constateren dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 352