1 JULI 1993
355
De heer GARRITSEN
Het probleem is als je die keus voor beide maakt, dan zal men bij koud en slecht weer toch
makkelijker met de auto naar de binnenstad gaan.
Mevrouw VAN BERGEN-NUEHOLT
Ik denk dat ons vertrouwen in de mensheid misschien iets groter is dan dat van mijnheer Garritsen.
Maar ja, dat vind ik dan jammer voor hem.
De heer GARRITSEN
Ik denk dat de praktijk dagelijks bewijst dat het zo is. Een ander element dat hierin zit en daarover
heb ik een discussie gehad met de heer Peeters van de PvdA, is: hoeveel uitbreiding van parkeer
plaatsen moet je nou nastreven? Wij hebben toen een voorstel ingediend, het zou nul moeten
zijn, dus geen uitbreiding. Breda heeft in verhouding met andere steden al erg veel parkeer
plaatsen. Toen zei hij in mijn richting: dat kan er nog best uitkomen. Als ik aan het tellen ben
dan zit er in dit voorstel een aantal uitbreidingen van 1100 tot 1.500 parkeerplaatsen. Daar gaat
hij nu mee akkoord. Ik vraag me af waarom hij in de discussie die we toen hebben gehad zei:
we zijn veel te vroeg. Toen hebben we dat niet vastgelegd en nu komt dit verhaal eruit. In de
richting van het CDA het volgende. De heer Goos zegt: het is prima voor het beleid dat met
de Kamer van Koophandel en met de grootwinkelbedrijven is gesproken. Ik wil dan toch de
ambtelijk voorzitter van de vervoersregio citeren in het blad Openbaar Vervoer. Hij stelt: "Ik
vind dat de grootwinkelbedrijven met hun parkeerlobby de discussie gigantisch manipuleren.
Ze roepen steeds dat de mensen geen geld uitgeven als ze de auto niet voor de deur kwijt kunnen.
Dat klopt niet. Wij hebben pas een onderzoek gedaan waaruit blijkt dat de mensen die met het
openbaar vervoer naar het centrum komen méér geld besteden dan de automobilisten". En een
ander citaat: "We kunnen wel weer 1.500 parkeerplaatsen aanleggen in de binnenstad, maar die
staan straks gegarandeerd leeg, omdat het centrum onbereikbaar wordt"Dat is wat de ambtelijk
voorzitter van de vervoersregio in een blad voor openbaar vervoer zegt. Dus ik denk, als we
nu de keuze maken voor die uitbreidingen, dat we inderdaad die richting opgaan en daarom vind
ik dat we dan helder moeten zijn en dat we niet daarvoor kiezen. Van onze kant hadden we graag
een wijzigingsvoorstel ingediend om de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen ongedaan te
maken en de locatie Beyerd/Vlaszak vinden wij veel te dicht in het stadshart en daar moet je
dan ook geen onderzoek naar gaan doen. En dan sluit ik me aan bij de heer Van de Steenoven,
je moet geen onderzoek gaan doen om maar weer de zaak uit te stellen, te vertragen of misschien
mogelijk open te houden. Je moet kiezen voor niet zo dicht in het stadshart parkeren. Ik heb
begrepen dat de ruimte om zo'n voorstel te ondersteunen er bij de PvdA niet was en ook niet
bij D66. Ik zou daarop graag in de tweede termijn een reactie willen horen.
Wethouder KOEKKOEK
Mijn dank aan degenen, die vanavond hebben gesproken, voor hun positieve woorden met
betrekking tot dit voorstel. Het is inderdaad een integraal pakket, dat heeft u allen terecht
geconstateerd en het is ook een pakket, zou je kunnen zeggen, dat richtinggevend is voor zaken
die we verder moeten uitwerken, want dat was een van de afspraken die met uw raad zijn gemaakt.
Op basis hiervan komt de Parkeerbeleidsnota in het najaar in de richting van de raad en die is
de richtingwijzer om dat concreet uit te werken. Dus u geeft nu richting aan de concrete uitwerking
ten aanzien van het parkeren en ten aanzien van de fietsvoorzieningen. En ten aanzien van het
openbaar vervoer kunnen we gewoon een aantal zaken al concreet gaan uitvoeren. In de richting
van de heer Goos: de Kamer van Koophandel en de grootwinkelbedrijven zijn, zoals u al zei,
uitgebreid betrokken geweest bij de totstandkoming van het werkdocument en hebben via de
discussies in de klankbordgroep en hun opmerkingen daarin op een indirecte wijze bijgedragen
aan het uiteindelijk resultaat. Want al de overwegingen die in de klankbordgroep naar voren zijn