1 JULI 1993 358 Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT De wethouder heeft mij net een beetje vermanend toegesproken, dat wij ook bereid moeten zijn om te Ieren van experimenten ook al zijn ze dan mislukt. Dat willen wij best, u kunt met ons wat dat betreft best wel een kant op, maar dat multifunctioneel gebruik van parkeerplaatsen dat is wat ons betreft een beetje teveel gekoppeld aan het "stand-still"-principe. Ik heb het daarover in de commissie met u vrij uitgebreid gehad en wij hebben daarover best wel vrij uitgebreid van mening verschild. Ik wil die discussie niet nog een keer aangaan, maar op zich willen wij best wel een experiment, maar met de koppeling die u legt met de aantallen en het "stand-still"- principe zijn wij het eigenlijk niet eens. De heer VAN GURP Ik zat even te denken of ik nog op de heer Garritsen zal reageren. Ik zal het nog even kort doen, want hij maakt de vraag heel concreet. Als hier een voorstel had gelegen, mijnheer Garritsen, waarin had gestaan: betreft uitbreiding Tolbruggarage met zoveel parkeerplaatsen, dan hadden wij met uw amendement ingestemd. Maar nu past het in een context en de heer Van de Steenoven heeft al uitvoerig uitgelegd hoe dat het dan werkt. Ik wil nog één poging doen om het u duidelijk te maken. Als wij hier bij een vergadering binnenkomen, dan heeft u een pakket principes, wensen op een rijtje staan en die heb ik ook en die zijn hetzelfde en die gooien wij allebei in de strijd in dit politieke bedrijf. En als wij vervolgens weer naar buiten gaan, dan is het verschil tussen ons aangebroken, dan hebben wij in ieder geval weer een deel van die wensen kunnen bereiken voor de burgers van Breda en u heeft een mooi artikel in De Stem. De heer GARRITSEN Waar het omgaat is het volgende denk ik. De heer Van de Steenoven zegt het terecht, S. V. V.-plus zouden wij moeten halen, O. V. maal twee moeten wij halen. Wij denken als je de zaak die hierin staat ten opzichte van het openbaar vervoer en ten opzichte van het fietsverkeer uitvoert, dat je dan in de goede richting zit, maar dat je met de zaken die met parkeren te maken hebben toch weer een uitbreiding van het parkeren toestaat en dat je met name voor de locaties die worden voorgesteld juist datgene onderuit haalt wat je graag wilde bereiken. Daarmee denken wij dat je niet vooruit gaat in een richting die zou moeten en vandaar dat wij tegen dit voorstel stemmen. Wethouder KOEKKOEK Er is in de tweede termijn een opmerking gemaakt. Voor de rest is er uitgebreid gediscussieerd. Mevrouw Van Bergen sprak over het multifunctioneel parkeren gekoppeld aan het "stand-still"- principe. Op bladzijde twee van het raadsvoorstel staat: "Het "stand-still"-principe blijft daarbij gehandhaafd tot Maar u mag dat best lezen alsof er een witte alinea boven de zin over het "stand-still"-principe hoort te zijn; dat is niet direct inhoudelijk daaraan gekoppeld, maar het is een toevoeging van de zijde van het college in de zin van: daar willen wij ook nog iets over zeggen. Mevrouw VAN BERGEN-NUEHOLT Bij interruptie. Het "stand-still"-principe blijft daarbij gehandhaafd en dat in combinatie met het multifunctioneel gebruik; dan koppel ik dat wel. Ik wil daar best een alinea in zien, want dan heb ik een beetje mijn zin en dat is dan ook een beetje in het kader van wat mijnheer Van Gurp wil: wij willen allemaal graag een beetje onze zin hebben in deze zaak. Dan ga ik ook weer een beetje tevreden deze zaal uit, vanavond. Wethouder KOEKKOEK Als ik daartoe heb kunnen bijdragen, met veel plezier.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 358