28 JANUARI 1993 35 we gaan inhuren ook voldoende duidelijkheid over wat de Bredase politiek wil, die wil namelijk een hoofdlijn van een Parkeernota die uitgaat van ofwel 1.500 extra parkeerplaatsen dan wel van 500 extra parkeerplaatsen. Er zit een groot aantal mitsen en maren aan, dat heeft het college ook in de tekst gezet. Maar wij vinden, een aantal van u heeft dat ook gezegd, dat het de moeite waard is om te onderzoeken of je ook met minder dan die 1.500 toekunt. Die 1.500, voor alle duidelijkheid, zijn afgeleid uit de S.Y.V.-deelnota, zoals uw raad die heeft vastgesteld, het is dus legitiem om dat mee te nemen. En die 500, welnu het argument hoef ik niet te herhalen, dat staat in de stukken en u heeft het ook uitgebreid aan de orde gesteld. Daarmee weet B.R.O. ook en dat zeg ik in de richting van de heer Adank, wat de raad wil als hierover besluitvorming plaatsvindt. Het staat exact in de tekst en de inkleuring van de discussie van vanavond zal ik zeer zeker ook voor mijn rekening nemen in de richting van het bureau. Het college wacht met het formuleren van definitieve voorstellen ten aanzien van de Parkeernota op de uitkomsten van het werk dat B.R.O. doet. Want als we dat nu al zouden doen, dan hoeven we dat werk niet te laten doen door B.R.O. Daarmee komt de politieke discussie over hoe we verder moeten omgaan met ons parkeerbeleid uiteraard in alle hevigheid terug. In de richting van de heer Peeters het volgende. We hebben voldoende nadruk vinden wij gelegd op de scenario's, ook op scenario drie. U zegt: u had het wat meer moeten doen; wij vonden dat het zowel in het rapport als in het preadvies meer dan genoeg staat. Dan nogmaals het verkeer De heer GARRITSEN Mag ik de wethouder over een bepaalde zaak nog verduidelijking vragen? In het preadvies dat ten onrechte is toegestuurd wordt duidelijk voor een bepaald scenario gekozen. Is het zo dat de wethouder dat scenario meer zag zitten, of is het ten onrechte als ik dat aanneem? Wethouder KOEKKOEK De discussie die u op dit moment aan het voeren bent, mijnheer Garritsen, is een hypothetische. Het gaat om het collegevoorstel dat in twee commissies aan de orde is geweest. Het is uitgebreid in alle openbaarheid behandeld, er ligt nu ook in alle openbaarheid hetzelfde stuk op tafel. Dat is het standpunt van het college, dat is het standpunt van deze wethouder. De heer GARRITSEN Het was een ambtelijke vergissing, maar ik neem aan dat u dat stuk zelf ook eerst heeft gelezen. Mijn vraag was of u zich daar meer in kon vinden. U omzeilt hem. Wethouder KOEKKOEK Ik omzeil hem niet, ik geef een heel duidelijk antwoord, dit is het standpunt van het college, dus ook het standpunt van deze wethouder. Mevrouw Van Bergen, we zullen er natuurlijk alles aan doen om te voorkomen dat het foutief toegestuurde stuk een eigen leven gaat leiden. Dat is volstrekt niet de bedoeling van het college. De lijn van het college is dat we twee scenario's gaan uitwerken en daarna komt de discussie zowel in het college als in de raad uitgebreid terug. En dan zal blijken, wat ook de heren Garritsen, Van Gurp en Peeters zeggen, of we inderdaad die 500 nodig hebben of niet en die discussie zullen we dan uitgebreid moeten voeren. Voorzitter, ik ken de motie niet, ik zou er graag iets over willen zeggen, maar ik heb de tekst niet voor me. De VOORZITTER Dan moeten we helaas nog even wachten tot de tweede termijn. De heer ADANK De lijnen doortrekkend vanuit het SV. V. en niet te vergeten het Structuurplan voor de Binnenstad en nog wat andere boekwerken, zijn voor mijn fractie belangrijk om nog een enkele opmerking

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 35