28 JANUARI 1993 37 arbeidsplaatsen en bewoners, zal plaatsvinden. We kunnen daarmee leven en we kunnen dus instemmen met dit voorstel. Ik voeg er evenwel nadrukkelijk aan toe dat wij niets voelen voor een verdere uitbreiding van de parkeerplaatsen op dit moment. Wat de motie betreft moet ik eerst opmerken dat ik inmiddels een maand ouder ben geworden, want hij is gedateerd op 28 februari De heer GARRITSEN Ik zag het ook. We lopen iets vooruit op de ontwikkelingen. De heer PEETERS Ik wil best meelopen, maar niet zo hard. Onze fractie zal deze motie niet ondersteunen. De heer GARRITSEN Mag ik de heer Peeters vragen, waarom hij in de commissie Ruimtelijke Ordening die nul-optie toch wel als een mogelijkheid zag. Ik kan me voorstellen dat hij zegt: neem die ook mee in de Parkeernota als mogelijkheid. Het bevreemdt mij dat hij die optie echt afwijst, terwijl hij altijd praat over trendbreuk en het moet nou eens anders worden. De heer PEETERS Ik kan daar heel duidelijk over zijn, mijnheer Garritsen. Ik wijs die optie niet af, maar het is nog wat anders dan een motie ondersteunen. Waar het om gaat is, dat wij, zoals ik net al in mijn eerste en tweede termijn heb benadrukt, kunnen leven met het onderzoek van het model dat uitmondt in 500 plaatsen in 2007. Dat dat niet beantwoordt aan uw wensbeeld, dat zou ik me kunnen voorstellen. Wij zijn daar ook niet juichend over. Maar het zit in een onderzoeksfase en het lijkt me niet dat uw motie ons daarmee een streep verder brengt. De heer GARRITSEN Mijn vraag was heel simpel, waarom zou u niet die nul-optie meenemen? In de commissie zei u dat u dat best zag zitten. Waarom sluit u die bij voorbaat uit? De heer PEETERS Ik denk dat ik dat al in mijn antwoord heb gezegd, het lijkt me niet verstandig om in deze onderzoeksfase nu een motie te ondersteunen, die ons geen streep verder brengt op dat punt. Bovendien lijkt me een motie op dit moment ook niet verstandig, de heer Adank heeft er ook al over gesproken. Het is thans in een onderzoeksfase en ik denk dat je, voordat het in een beslissingsfase komt, niet al opstellingen moet gaan innemen die straks in de besluitvormingsfase het overleg juist over dit punt kunnen bemoeilijken. Het lijkt me daarom niet verstandig, omdat er juist op bestuurlijk niveau nu een voortschrijdend inzicht is ontstaan met betrekking tot dit punt. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT De wethouder heeft gezegd dat het toegezonden verkeerde raadsvoorstel een administratief ambtelijke vergissing was. Ik vind dat een beetje lichtvoetig heengaan over een toch moeilijk en beladen onderwerp, want er liggen toch hele grote principiële verschillen ten grondslag aan wat hier beoogd werd en het oorspronkelijke voorstel, waarover wij in de commissie hebben geadviseerd. In ieder geval heeft de wethouder gezegd dat hij opdracht zal geven om twee scenario's uit te werken. Wij zijn voor datgene dat in het raadsvoorstel staat. En ik hoop dat de wethouder garandeert dat het onjuiste voorstel uit de p.c.'s van de betrokken ambtenaren verdwijnt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 37