23 SEPTEMBER 1993
395
hierover gaan praten en de inzet van de PvdA is om in iedere geval ook een strategie in deze
richting te ontwikkelen. Terug naar de kantorenmarktstrategie. In de commissie is besproken
hoe de betrokkenheid van de commissie Ruimtelijke Ordening gestalte kan krijgen. Groen Links
heeft zelfs een ordevoorstel ingediend. We waren van mening en we zijn dat nog steeds dat
Economische Zaken wel in staat is om een integrale afweging te maken daar waar het gaat om
een kantorenmarktstrategie, maar ik denk wel dat het heel duidelijk en ook heel logisch is dat
bij de uitwerking en ontwikkeling de betrokkenheid van Ruimtelijke Ordening gestalte krijgt.
Het heeft mij in ieder geval nog eens duidelijk gemaakt dat wij hier heel snel naar een beperkter
aantal commissies moeten, zodat wij gelijk een integrale afweging kunnen maken waarbij alle
betrokken specialisten aanwezig kunnen zijn. Als ik dan toch bij Ruimtelijke Ordening aankom,
dan denk ik dat vanuit een mobiliteitstoets het wat ons betreft toch essentieel is dat met de
ontwikkeling van de terreinen in de stationsomgeving en de Spoorzone niet al te lang moet worden
gewacht. Aspecten als de relatie met de binnenstad, de bescherming van de woonfunctie en ook
het kijken naar een mengvorm van wonen en werken moeten wat ons betreft een belangrijke rol
spelen. En dan de strategie. In het stadsgesprek dat over stedelijke vernieuwing ging, bracht
professor Kohnstamm nog een heel ander geluid naar voren, dat Breda, want daar kwam het
eigenlijk op neer, zich gewoon moet toespitsen op het ontwikkelen van de Claudius Prinsenlaan
en in feite niet een gevarieerd aanbod moet nastreven. Wij zijn toch benieuwd hoe het college
erop reageert dat het verstandiger is om een wat gevarieerd aanbod te hebben, zeker ook daar
waar vanuit de mobiliteitstoets allerlei eisen gaan worden gesteld. Wellicht dat bij de heer
Kohnstamm ook de onzekere economische situatie een rol heeft gespeeld. Het zijn verschillende
opvattingen. Het is in ieder geval heel goed dat de commissie Economische Zaken, op initiatief
van het CDA, heeft geadviseerd en we hebben ons daar enthousiast bij aangesloten, dat een tussen
tijdse evaluatie gestalte krijgt. Ik ben het eens met wat de heer Dubbelman zegt, dat dat niet
zomaar even evaluatie is. We hebben dat heel duidelijk met z'n allen bepleit, omdat de raad zo
een vinger aan de pols kan houden en ik denk dat het een heel goede zaak is dat het nu expliciet
in de besluitvorming is opgenomen.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
De voor ons liggende Kantorennota is een gedeeltelijke herziening van de nota Bedrijven- en
Kantorenterreinen, die een aantal jaren geleden is vastgesteld. Het is ook heel goed dat er nu,
als gevolg van de mobiliteitsvoorschriften die op dit moment voor kantoorlocaties gelden en die
ook een halt toeroepen aan kantoorvestigingen aan de rand van de stad, in ieder geval als deze
onvoldoende op het openbaar vervoer zijn aangesloten, een bijstelling van het locatiebeleid van
kantoren plaatsvindt. Ook een uitzetting in de tijd van welke locaties kunnen worden gerealiseerd,
is hard nodig en verder voorziet de nota in voldoende voorwaarden om de kantoorontwikkeling
vrij baan te geven, tenminste wanneer de markt daarom vraagt. In essentie is, naar onze mening,
de betekenis van deze nota: het heel duidelijk aangeven van de relatie locatiebeleid, waaronder
dan mobiliteit en fasering vallen en de afstemming van vraag en aanbod. Hoewel dat laatste,
vraag en aanbod, een ongewisse zaak zal blijven is het toch een heel belangrijk onderdeel, het
belangrijkste! Maar in ieder geval zou het te betreuren zijn als de keuze van vestiging op Breda
valt en dat dan daaraan, vanwege gebrek aan geschikte locaties, niet tegemoet zou kunnen worden
gekomen. De VVD-fractie is in dat verband van mening dat er heel veel haast zal moeten worden
gemaakt met de Spoorzone-ontwikkeling, een wat achtergebleven gebied, dat als gevolg van de
mobiliteitsvisies van nu, nu dan ook weer in de belangstelling wordt geplaatst. Naar onze mening
is nog onvoldoende duidelijk wat in dat gebied nu eigenlijk wel en niet kan, terwijl de behoefte
aan dat gebied snel naderbij komt. Voorzitter, ik wil verder niet ingaan op alle locaties en
locatiekeuzes die erin staan. Naar onze mening is met de essentie van de nota door de VVD heel
goed te leven.