23 SEPTEMBER 1993 396 De heer DE LEEUW Het is altijd goed voor een stad en zeker voor Breda om je sterke kanten die je hebt ook uit te bouwen. En ik denk dat de nota waarin het kantoorgebeuren is beschreven een van de sterke kanten van Breda aangeeft en dat het goed is om dat ook naar de toekomst wat zeker te stellen. Ik moet oppassen voor teveel optimisme, vandaar ook de aanpassing die we hebben gehad ten aanzien van de evaluatie, zodat we op tijd kunnen ingrijpen en we moeten ons, als we de nota goed lezen, ook realiseren dat we aan een aantal voorwaarden moeten voldoen om te bereiken wat er in feite eigenlijk in de nota is uitgestippeld. Dat betekent nogal wat voor met name een aantal locaties die dichtbij het centrum liggen: het aankleden, de omgeving en dergelijke. Ik denk dat het betekent dat we in de nabije toekomst daarin moeten investeren. Mevrouw Heerkens heeft al gesproken over de eventuele eenzijdigheid van werkgelegenheid die het met zich meebrengt. Voor een deel is dat natuurlijk waar en voor een deel is het toch wat breder en het is goed en daarin wil ik haar ondersteunen, dat we aandacht blijven houden voor werkgelegenheid voor Mie doelgroepen. Eén ding is een beetje een probleem. Dat is dat de ontwikkeling van het aantal kantoorterreinen dat wij nu hebben gezien in de Kantorennota, niet al te lang op zich mag laten wachten. En dat betekent dat je toch binnen bestemmingsplannen iets moet inbouwen van flexibiliteit om te zorgen dat leegstand, kaalslag kan worden voorkomen. Ik wil u vragen hoe dat geregeld gaat worden. De heer MAAS In de Kantorennota is voor de komende tien jaar een groei van kantoorruimte opgenomen met 200.000 m2. Dit is de helft van het totaal aantal kantoren in Breda op dit moment. Dit voornemen wordt aangekondigd op het moment dat bijna 10% van de kantoren leeg staat, er praktisch geen groei zit in de economie en er her en der in de stad, maar met name langs de Tramsingel, terreinen braak liggen, omdat projectontwikkelaars daar niet gaan bouwen. Voor mijn fractie is dit voldoende aanleiding om een paar kritische kanttekeningen bij deze nota te plaatsen. Heeft Breda wel zoveel kantoren nodig en is er wel ruimte voor zoveel kantoren? Om met de eerste vraag te beginnen, de Kantorennota ziet vooruit in een periode van tien jaar. Het is nogal gevaarlijk om voorspellingen te doen met betrekkingen tot de economische groei en de daaraan gekoppelde vraag naar kantoren over zo'n lange periode. Enkele commissieleden bedongen dat er over drie jaar geëvalueerd gaat worden. Mijn fractie is daar een warm voorstander van, maar de vraag rijst wel, zeker na de opmerking van de heer Dubbelman hierover, wat is de status van deze nota als er zo'n zwaar gewicht wordt gehecht aan een evaluatie over drie jaar, met andere woorden heeft het wel zin om een uitspraak te doen over zo'n lange periode als we het over drie jaar misschien, op basis van andere cijfers, allemaal weer anders gaan doen? De tweede vraag luidde: is er wel ruimte voor 200.000 m2 kantoren? In Breda is er nog maar een beperkte ruimte beschikbaar. Om een goede afweging te kunnen maken tussen bijvoorbeeld bouw van kantoren en woningbouw heeft mijn fractie voorgesteld om de commissie Ruimtelijke Ordening te laten mee adviseren. Dat is niet gebeurd en die afweging zal nu dus in de raad moeten worden gemaakt. Voor mijn fractie is het resultaat van die afweging, dat er in de nota onevenwichtig wordt gekozen voor de uitbreiding van kantoren. Natuurlijk is het zo dat maar een beperkt aantal locaties uit de nota voor woningbouw geschikt is, maar gezien de problematiek in de volkshuisvesting zou dan juist op die locaties voor woningbouw moeten worden gekozen. Ik denk met name aan het Spoorzoneproject. Natuurlijk is mijn fractie, vanwege het mobiliteitsscenario, voorstander van een aanzienlijke kantoorontwikkeling in de Spoorzone. Maar wij hebben afgesproken in de Binnenstadsnota dat daar ook woningbouw zal plaatsvinden en ik ben echt bang dat daar een hele dooie hoek in de avond gaat verrijzen als we ons in het Spoorzonegebied alleen maar gaan beperken tot kantoorbouw. 17.000 m2, ik vraag me af wat er in het Spoorzonegebied nog mogelijk is aan woningbouw. Tot slot het punt van de verkeersontsluiting. In de nota wordt hier niet op ingegaan, terwijl zich hier naar mijn mening en de mening van mijn fractie toch enkele problemen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 396