19 OKTOBER 1993
404
ALGEMENE BESCHOUWINGEN.
De VOORZITTER
Aan de orde zijn de Algemene Beschouwingen over de begroting voor het jaar 1994. Wij hebben
met elkaar afspraken gemaakt over het tijdsbeslag. Alle fracties zouden tien minuten spreken
en het college zal in zijn totaliteit proberen haar bijdrage beperkt te houden tot zo'n 40 minuten.
We zullen de normale volgorde van spreken hanteren en dat betekent dat allereerst het woord
is aan de heer Dubbelman. Wij zullen eerst even de oliebollen laten komen, zodat we allemaal,
al etend, naar de heer Dubbelman kunnen luisteren.
De heer DUBBELMAN
Dames en heren, ik zou zeggen geachte oliebollen. Laat ik proberen te zorgen voor enige
achtergrondtonen waarbij u rustig uw maaltijd kunt nuttigen. Het motto dat de CD A-fractie heeft
gekozen luidt: "Breda, volop in beweging, programakkoord ligt goed op koers". Het is de laatste
begrotingsbehandeling van deze periode en dat geeft ons allereerst aanleiding om een voorlopige
balans op te maken van deze periode. Vervolgens geef ik een financiële beschouwing over de
begroting 1994, om af te sluiten met het derde punt van het drieluik: een beknopte behandeling
van een vijftal actuele politieke thema's. Om te beginnen: de balans van de raadsperiode 1990-
1994. Zoals gezegd, Breda is volop in beweging. De Nota van Aanbieding noemt een aantal
omvangrijke thans in uitvoering zijnde projecten. Terecht begint deze opsomming met
veelbelovende culturele voorzieningen in en rond de binnenstad, Chassétheater, genoemd worden
verder projecten als I.A.B.C., MAB/V&D, herinrichting openbare ruimten binnenstad,
ouderenprojecten en vele andere. Ook uit de recente voortgangsrapportage over de uitvoering
van het programakkoord, kan niet anders dan geconcludeerd worden dat wij erin zijn geslaagd
en dat is toch wel op het conto van de coalitiepartijen, om een belangrijk deel van de beleidsvoor
nemens van het akkoord te realiseren. Ik ontkom er echter niet aan om bij het eerste onderwerp,
de balans van de raadsperiode, toch een noot te kraken over de samenwerking in de coalitie.
Wij moeten erkennen, met name een jaar geleden speelde die zaak wat hoger dan nu, dat de
samenwerking van de vier coalitiepartijen niet altijd rimpelloos verloopt. Er was soms sprake
van bibberende knieën, met name als het ging om het aanvaarden van binnenuit van consequenties
van eerder genomen besluitvormingen. Onze fractie is van mening dat we in de toekomst meer
aandacht moeten besteden aan daadwerkelijke naleving van binnenuit van gemaakte afspraken
door coalitiepartijen. Het tweede onderwerp: definanciëlebeschouwing. Alseerste wil ik noemen:
de ombuiging 1994 in perspectief. Onze fractie waardeert de overzichtelijkheid van de begroting
1994. Er wordt immers zowel invulling gegeven aan bezuinigingen van voorgaande jaren die
nog op de plank staan, als aan voorstellen over de invulling van ombuigingen in het eerste jaar
van de totale meerjaren ombuigingsoperatie die, zoals bekend, eind 1997 moet resulteren in een
totale ombuiging van 16 miljoen. Wat dat betreft regeren wij dus over ons graf heen. Bij deze
waarderende opmerking past echter ook de kanttekening dat enkele taakstellingen voor 1994 niet
concreet zijn ingevuld, ik noem hierbij met name het nog oningevulde bedrag van bijna
350.000,- bij S.A.W. en de nog niet concreet aangegeven bezuiniging van 200.000,- op
uitgaven Stadsgewest. Efficiencykortingen worden wel begroot, maar de concrete invulling dient
eveneens nog te geschieden. Vorenstaande betekent dat het naar het oordeel van onze fractie van
belang is dat bij de presentatie van de nieuwe dienstbegrotingen, die horen bij de start van de
nieuwe gemeentelijke organisatie, wel een concrete invulling van deze posten dient te zijn
aangegeven. Wij zouden graag, ook in reactie op deze Algemene Beschouwingen en wij komen
niet met moties of amendementen, van het college de toezegging krijgen dat begin 1994 de
voorgestelde invulling van bezuinigingen voor dat jaar wordt aangeboden, zodat de zittende raad
een integraal afgewogen oordeel kan geven. In dit verband memoreren wij een eerdere toezegging
van het college om tijdig vóór de behandeling van de Kadernota 1995 de reserves en voorzieningen