19 OKTOBER 1993
413
vervuld. De raad, de raadsfracties, het college en ook onze ambtelijke medewerkers. Het eerste
voorbeeld. Vier jaar geleden was eigenlijk het woord annexatie "not done", en nu zijn wij
raadsbreed tot de overtuiging gekomen dat het uitblijven van grootschalige herindeling een ramp
zou zijn, zowel voorde stad Breda als voor de hele regio. Een tweede voorbeeld. Vier jaar geleden
omvatte de VVD-bijdrage aan de Algemene Beschouwingen nog een uitvoerige passage over
deregulering. Het was een periode waarin naar ons oordeel de overheid zich nog te veel fixeerde
op het stellen van regeltjes. Inmiddels zijn wij met gezamenlijk denken via de regisserende
overheid beland bij de bemiddelende overheid en is er raadsbreed meer waardering en respect
voor wat er buiten de gemeente wordt gepresenteerd. Een derde omslag in ons denken. Vier jaar
geleden was het nog redelijk onmogelijk om voor regionale zaken de handen op elkaar te krijgen
en nu praten wij min of meer enthousiast over de samenvoeging van Stads- en Streekgewest en
zien wij daarin voordelen voor èn burger èn bestuursapparaat. Zo zou ik eigenlijk nog een tiental
voorbeelden kunnen bedenken, maar ik wil mij beperken tot een drietal, wat dichter bij huis
liggende onderwerpen. Was cultuur nog stiefmoederlijk bedeeld bij de aanvang van deze
raadsperiode, dankzij het consequent volhouden van vier collegepartijen is er heel wat verzet.
Letterlijk en figuurlijk. Daar staan we voor. Zo wilden wij het ook. En onze opvatting is dat
we op de goede weg zijn. Voor de VVD-fractie geldt eveneens dat we met de binnenstad op de
goede koers zitten. Overeen aantal aspecten zullen wij nog een stevige gedachtenwisseling hebben,
ook met uw college vermoeden wij. Maar het beginsel, een halt toeroepen aan de verdere
verloedering van onze binnenstad, ligt ons na aan het hart. Tenslotte, last but not least. Wij
spreken ook onze voldoening uit over wat is bereikt met de kinderopvang en het ouderenbeleid.
Raadsbreed gedragen en dus gerealiseerd en daarmee een stevig fundament voor een verdere
uitbouw. Omtrent een tweetal aspecten zijn wij ronduit teleurgesteld. Dat zal u niet verwonderen
en ook mijn collega's hebben dat inmiddels naar voren gebracht. Ondanks een breed draagvlak
binnen de raad zijn wij er tot dusver niet in geslaagd om de gevoelens van onveiligheid bij onze
burgers terug te dringen. Sterker nog, het lijkt alsof wij niet in staat zijn om de meest elementaire
regels bijvoorbeeld in het verkeer, zoals niet fietsen en niet brommen in het voetgangersdomein
en niet parkeren waar het je toevallig uitkomt, te handhaven. Eerder heb ik al eens gezegd: de
terreur van de foutparkeerders neemt hand over hand toe. En wanneer wij die meest elementaire
vormen van fatsoen niet kunnen afdwingen, dan zien wij het draagvlak om onze binnenstad
aanzienlijk te verfraaien gestadig afbrokkelen. Mijnheer de voorzitter, hier moet nu echt wat
aan gebeuren. Gebruik uw invloed, uw creativiteit en uw macht. Niemand heeft behoefte aan
wederom een discussie over een blik agenten dat moet worden opengetrokken, maar dat er niet
is. Niemand gelooft, wanneer wij nü niet in staat zijn om dat soort regels te handhaven, wij straks,
wanneer er 30 miljoen is geïnvesteerd in onze binnenstad, dat ineens wel zouden kunnen. Een
ander aspect waarover wij teleurgesteld zijn betreft het communicatiebeleid. Onze fractie is van
opvatting dat wij grosso-modo héél wat hebben bereikt in de afgelopen vier jaar. Dat wij dat
samen hebben gedaan, raadsbreed en collegebreed. Maar wij falen consequent om dat ook uit
te dragen. Soms lijkt het erop dat wij ons voortdurend en alleen maar druk maken, om de
bezwaren van kleine groepen te weerleggen. Ik zeg niet dat wij daar geen aandacht aan zouden
moeten besteden, maar zelden schenken wij aandacht aan de presentatie van hetgeen waarmee
wij op hoofdlijnen bezig zijn. Het is onze stellige overtuiging dat de gemiddelde Bredanaar trots
is op zijn stad en dat ons imago tot ver buiten de regiogrenzen positief tot zeer positief is. Maar
evenzo stellen wij vast, dat die gemiddelde Bredanaar redelijk wordt verwaarloosd door zijn
gemeentebestuur wanneer het gaat om het aandragen van nieuwe argumenten waarop die positieve
gevoelens zijn gestoeld.
De heer GARRITSEN
Mag ik de heer Sandberg vragen om te overwegen dat voor een x-aantal plannen in de stad, met
name het sluiten van 't Ei, de schouwburg en dat soort zaken, het er niet om gaat hoe je die zaken