19 OKTOBER 1993
415
binnenstad te garanderen en anderzijds het straatparkeren te beteugelen, is een verder financieel
uitkleden van het Parkeerbedrijf ongewenst. En tenslotte de vijfde stelling: de resultaten die in
de afgelopen periode zijn geboekt op het gebied van sociale vernieuwing, zijn van een zodanige
betekenis dat een ruimere verspreiding van het juryrapport in provincie en den lande meer dan
gerechtvaardigd is. Graag wil ik afronden met een woord van waardering in de richting van onze
medewerkers. Zij zijn onderwerp van reorganisatie, worden wellicht elders gehuisvest of anders
te werk gesteld. Toch verwachten wij van hen dat zij ook tijdens dat proces klantvriendelijk blijven
en efficiënt hun werk blijven doen. De VVD stelt er prijs op te benadrukken dat dat ons respect
en waardering afdwingt.
De heer DE LEEUW
Bij de laatste begrotingsbehandeling van deze raadsperiode willen wij kort stilstaan bij een paar
zaken die de afgelopen periode de revue zijn gepasseerd. Tevens willen wij wederom ingaan
op het individualiseringsproces dat steeds meer nadrukkelijk een stempel drukt en zal drukken
op het gemeentelijk beleid. Wij zullen aandacht schenken aan de relatie burger-bestuur, de
reorganisatie en de gemeentelijke herindeling. Afrondend zullen wij ingaan op enkele aspecten
van de begroting zoals die ons zijn voorgelegd. In april 1990 kon niemand vermoeden, dat deze
periode zo'n bewogen raadsperiode zou worden. De afspraken die wij met elkaar hebben gemaakt,
zijn steeds samen met ons eigen D66-programma leidraad geweest voor ons handelen. Vier
coalitiepartijen hebben geprobeerd elkaar bij de hand te houden en zo het belang van de stad
boven het partijbelang te stellen. Of wij daar altijd in zijn geslaagd, zal door velen verschillend
worden beantwoord, maar ondanks de politieke meningsverschillen en de verschillende moeilijke
beslissingen die genomen moesten worden bestaat het college nog steeds uit vertegenwoordigers
van diezelfde vier politieke partijen. De rol die de oppositie in deze periode heeft gespeeld, is,
ondanks de ruimte die hen is geboden, beperkt gebleven tot veel tegenstemmen en weinig
realistische alternatieven. Wellicht is de grootste oppositie gekomen uit de coalitiepartners zelf.
Belangrijke besluiten op het gebied van cultuur, recreatie, binnenstad, vervoer, monumenten
en inspraak hebben naast de zakelijke argumentatie ook veel emotie opgeroepen. Dat leidde zelfs
tot een bezetting van de raadzaal en het oprichten van een nieuwe plaatselijke partij. Toch hebben
wij pas de Nieuwe Veste geopend en zijn de werkzaamheden aan de schouwburg begonnen, is
aan voorlichting en inspraak een nieuwe impuls gegeven en krijgen wij veel lof toegezwaaid over
het architectuurbeleid. Toch hebben wij veel nieuwe kinderopvangplaatsen gerealiseerd en lopen
wij voorop met ons ouderenbeleid, vooral waar het gaat om het zelfstandig wonen. Het zijn
maar een paar krenten uit de pap. Natuurlijk zijn er ook nog knelpunten. Een belangrijke zorg
voor ons is bijvoorbeeld een goede invulling van de Wet Voorzieningen Gehandicapten. Het komt
ons voor dat het Rijk ook hier te gemakkelijk taken afstoot naar de gemeenten zonder daarbij
voldoende middelen beschikbaar te stellen; wij mogen uitvoeren en daarbij de bezuinigingen
opvangen. De Eerste Kamer heeft daar voor wat betreft de open eind financiering nog een schepje
bovenop gedaan. De rol van de V.N.G. als onderhandelingspartner namens de gemeenten stemt
ons niet tevreden en niet alleen bij dit punt. We vragen ons openlijk af of, als zo met onze
belangen wordt omgegaan, we ons niet dienen te beraden over de functie en de rol van de V.N.G.
en onze plaats daarin. Wat is uw mening hierover? Over de relatie tussen de burgers en het bestuur
hebben wij vaker gesproken. De politieke partijen zijn zelf verantwoordelijk voor hun relatie
met de burgers. Maar als het gaat om de communicatie tussen burgers en hun bestuur, zijn wij
gezamenlijk verantwoordelijk. We kunnen vaststellen dat er nieuwe initiatieven zijn genomen,
maar wij zijn er nog niet. Steeds zullen we manieren moeten bedenken die bijdragen tot de
verbetering van de relatie burgers-bestuur. De stadsgesprekken en de wijkbezoeken zijn wat dat
betreft nieuw. De burgerenquête, zoals D66 die heeft georganiseerd en waarvan wij de eerste
resultaten op 14 november aanstaande zullen presenteren, is een andere mogelijkheid om te zien
wat de wensen van de Bredase burgers zijn. Wij hopen dat dit initiatief door de gemeente zal