19 OKTOBER 1993 416 worden overgenomen. Wij ontkomen er ook niet aan naar ons eigen functioneren als raad te kijken en daaraan zou ook wat kunnen worden verbeterd. Discussie tussen de verschillende partijen in deze raad heeft nog geen oplossing geboden voor de wijze waarop wij invulling geven aan de bestuurlijke vernieuwing. Voor D66 is het belangrijk dat de raad inspeelt op die veranderingen. Zo zal het aantal commissies teruggedraaid moeten worden, zal, zoals wij ons vaak hebben gesteld, de raad moeten sturen op hoofdzaken en moet de taakafbakening tussen college en raad opnieuw worden bekeken. Hierbij is het van groot belang dat de raad vroegtijdig en ondersteund met voldoende middelen bij het beleid wordt betrokken. Maar ook dat de raad meer aandacht heeft voor controle op de uitvoering van het voorgestane beleid. Juist nu wij aan de vooravond staan van de grote verandering van de gemeentelijke organisatie, onder andere bedoeld ter versterking van het gebiedsgewijs werken, moet hieraan veel aandacht worden besteedZo kan de reorganisatie ook haar steentje bijdragen bij het op positieve wijze bespreken van de gemeentelijke herindeling. De nieuwe werkwijze biedt de randgemeenten de kans om ook binnen Breda hun eigen identiteit en de invloed op de dagelijkse politiek te behouden. Tegen die achtergrond is de D66-fractie een voorstander van de gemeentelijke herindeling zoals Breda die voorstaat. Het zal daarbij duidelijk zijn dat de bescherming, maar ook de opwaardering van het milieu ons zeer ter harte gaan en dat wij van daaruit zullen handelen. Daarom mag met het op termijn en onder condities verdwijnen van de eigen Bredase Milieudienst niet het Bredase milieubeleid verdwijnen. Soms lijken hierover misverstanden te bestaan. De D66-fractie verwacht een niet afnemende bestuurlijke aandacht voor dit beleidsterrein. Ook binnen de nieuwe organisatie mag de "milieuwinst" van tien jaar Milieudienst niet verloren gaan. In tegendeel zelfs, het zal door het management als vanzelfsprekend uitgedragen moeten worden. Welke stappen zet u om dit zeker te stellen? Mondigheid en opkomen voor het eigen belang De heer GARRITSEN Mag ik de heer De Leeuw het volgende vragen: als dat niet wordt gerealiseerd, wat is dan het standpunt van de D66-fractie ten aanzien van de regionalisering? De heer DE LEEUW Wij hebben altijd duidelijk gemaakt, mijnheer Garritsen, dat wij een voorstander zijn van de regionalisering, zeker als daarbij een democratische controle past. En dan kunnen wij ook, denk ik, met een zekere garantie zien dat die zaak goed gaat worden aangepakt. De heer GARRITSEN Is een democratische controle voor u voldoende reden om u bereid te verklaren om gemeentelijke bevoegdheden over te dragen aan het verlengd lokaal bestuur? De heer DE LEEUW Dat is één voorwaarde, maar ook wij zijn er nog steeds zelfbij en daarom wijzen wij ook hierop, mijnheer Garritsen. Mondigheid en opkomen voor het eigen belang dragen er steeds meer toe bij, dat bij het zoeken naar oplossingen kritischer wordt gekeken en dat is op zich een goede zaak. Als hierbij het gezamenlijk belang uit het oog verloren raakt, dan is dit een slechte ontwikkeling en dient dat bestreden te worden. Naast de rechten zullen ook de plichten en het algemeen belang als normaal ervaren moeten worden. Door een losse tegeleen verkeerd geplaatst verkeersbord, een vernielde lantaarnpaal, zal de individuele burger zich steeds vaker benadeeld voelen en de gemeente verantwoordelijk stellen voor de geleden schade. Dit probleem zal langs drie sporen moeten worden aangepakt, namelijk het wegwerken van achterstallig onderhoud, sterke controle op de naleving van de gestelde regels en het nemen van eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Het wegwerken van achterstallig onderhoud zal de komende jaren meer van de investeringsruimte gaan vergen. Bij de Kadernota zal opnieuw hiernaar moeten worden gekeken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 416