28 JANUARI 1993 42 De heer VAN GURP Ik heb aan de woorden van de heer Van de Steenoven niets beters toe te voegen, dus ik sluit me volledig daarbij aan. De heer GARRITSEN Dat was ik ook al van plan. Wethouder KOEKKOEK Zowel de heer Derijckere als de heer Van de Steenoven en de heren Van Gurp en Garritsen die zich daarbij aansloten, hebben eigenlijk allen gezegd: er moet veel veranderen in openbaar vervoerland, er moet creatiever worden gewerkt. Ik wil niet zeggen dat ze dat nou niet doen bij de B.B.A., maar de stadsdienst moet gewoon meer mensen zien te vervoeren en de redenen hoef ik allemaal niet aan te voeren, die zijn bij dit agendapunt genoemd, die zijn ook bij het vorige agendapunt genoemd. De B.B.A. was zeer zeker gevoelig voor de opmerkingen vanuit de commissie, de afspraken konden ook razendsnel gemaakt worden en zij zullen dan ook in het voorjaar, 9 juni, met de commissie in gesprek gaan over dat vervoerplan. Op korte termijn worden in ieder geval ambtelijke mogelijkheden onderzocht om in de Haagse Beemden, met name door Overkroeten een kleine bus te laten rijden die dan aanhaakt op de grote bus van de B.B.A., zodat die wijk wordt ontsloten met openbaar vervoer. Een volwaardige lijnbus voor Overkroeten is niet mogelijk, omdat we daarvoor eenvoudig de financiële middelen niet hebben. Dat is dan een vorm van het creatief denken. In de toekomst, als we het hebben over nieuwe gebieden, betekent het dat het van groot belang is dat er ook een groot potentieel aan reizigers is, want anders heeft een openbaar vervoerverbinding gewoon geen financieel draagvlak. Dit punt zal straks een rol moeten spelen in allerlei discussies over woningbouwlocaties. In de richting van de heer Van de Steenoven wil ik het volgende zeggen. Wat betreft het Vervoerplan 1994 zal een aantal oplossingen op korte termijn moeten worden meegenomen. De lange termijn aanpak zit in het I.R. V. V.dat in het voorjaar zal verschijnen en waarin de B.B.A. ook een grote rol heeft gespeeld en waarin een aantal visies voor de lange termijn zijn aangegeven over hoe we om moeten gaan met het openbaar vervoer. Daarin speelt Breda natuurlijk een belangrijke rol, want het is de spin in het web en dat betekent dat er voor onze stadsdienst in de stad een aantal problemen is, dan wel zal komen en dat we dat ook op termijn moeten gaan oplossen. Als u vraagt om een visie van het college dan verwijs ik naar de nota S.V.V. die de raad heeft vastgesteld. Daarin is onder andere het voorstel opgenomen om te komen tot een eigen nota openbaar vervoer of nota collectief vervoer. Als die oproep, door meerderen ondersteund, hier wordt gedaan, dan zal ik die suggestie graag meenemen naar het college. De heer VAN DE STEENOVEN Ik ben blij met de toezegging. Ik wil voor alle duidelijkheid het volgende aan de wethouder vragen. Er is nu een exploitatie-overeenkomst, die eind dit jaar afloopt. Ik denk dat het heel goed zal zijn dat, voordat we een nieuwe overeenkomst hebben, we van tevoren heel duidelijk die openbaar vervoernota hebben besproken en dat we op basis van die visie ook akkoord kunnen gaan met de nieuwe exploitatie-overeenkomst en het daarbij behorende vervoerplan. Het is allemaal een beetje ingewikkeld, maar het zal mooi zijn als het in de goede volgorde verloopt. Ik wil de discussie over de architectuurnota niet herhalen, maar we willen eerst een visie en daarna allerlei uitvoeringsbesluiten. Laten we er niet weer achteraan lopen. De VOORZITTER Ik neem aan dat dit standpunt ook wordt gedeeld door alle andere sprekers.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 42