19 OKTOBER 1993 430 hebben wij gesprekken met verschillende architecten die we hebben uitgezocht en we hebben daarbij ook al een eerste planning van die architecten. Zij kunnen binnen één tot anderhalve maand een eerste voorlopig ontwerp op tafel leggen. Uiteraard zullen wij de goede locatie eerst in bezit moeten hebben, want anders gaan wij iets neerzetten op locaties die nog niet van ons zijn. En ik heb begrepen dat u daarmee toch wel problemen heeft. De heer GARRITSEN De raad heeft toch in meerderheid het besluit genomen waarbij in principe voor de locatie Chasséterrein werd gekozen? Daarvoor is toch in principe gekozen? Dat terrein hebben we, dacht ik, praktisch in ons bezit. Wat dat betreft is de locatie geen probleem meer. Wethouder DE BRUIJN Dat klopt, op die koers kunnen we ook door gaan mijnheer Garritsen. Wat betreft voorlichting en inspraak, met name de communicatie, heeft de heer Sandberg gezegd dat er veel is gebeurd. Er zijn diverse methodes ontwikkeld het laatste jaar om op een gegeven moment te proberen de directe communicatie te verbeteren (T.V.-uitzending, de Indruk). Daarnaast zijn er natuurlijk nog indirecte zaken, zoals het organiseren van landelijke bijeenkomsten. Denkt u aan V.N.G.- bijeenkomsten en landelijke stichtingen die met name Breda daarvoor uitkiezen. Ik denk dat dat ook al een indirecte uitstraling is voor Breda. Daarnaast heeft de uitstraling die een stad heeft ook te maken met de gebouwen en ook dat is communiceren met je omgeving. Ik denk dat we in de gebouwde omgeving daarmee aardig bezig zijn. De bibliotheek is denk ik toch een staaltje waarnaar toch ook buiten Breda nadrukkelijk wordt gekeken, waar men op afkomt. Het archi tectuurbeleid dient daar verder vorm aan te geven, inclusief het monumentenbeleid. Maar daarnaast is er natuurlijk ook nog het verlichtingsstructuurplan en de heer Sandberg gaf er wat voorbeelden voor, dat daarop zal inspelen. De herinrichting van de binnenstad, niet te vergeten, is natuurlijk ook een belangrijk aspect, alsmede de discussie over de Oost- en Westflank. Dat zijn wat zaken die we op een gegeven moment ook in die beeldvorming van de stad, die dan weer zijn effecten naar buiten heeft, maar natuurlijk ook naar eigen burgers nadrukkelijk naar voren willen brengen. En ik ben het met hem eens dat we er alles aan moeten doen om dat ook zo naar buiten te laten stralen. Ik denk dat we en de heer De Leeuw heeft dat ook gezegd, er nog niet zijn, maar dat we voortdurend naar nieuwe wegen moeten zoeken om dat beleid naar voren te brengen. Wat betreft het amendement, ingediend door mevrouw Heerkens en de heer De Leeuw het volgende. Hun zorg kunnen wij ons goed voorstellen. Kortom, wij zijn niet tegen een restauratie van de Grote Kerk, dat zal u ook duidelijk zijn. We hebben niet voor niets een start gemaakt door 5 x 440.000,-- op te nemen ten behoeve van de restauratie van de Grote Kerk, naast het bedrag dat voor de grote toren beschikbaar kan komen uit de gelden zoals die ook bij deze begroting worden uitgetrokken voor de restauratie van gemeentelijke monumenten. U weet, de grote toren is in handen van de gemeente. Wij hebben op dit moment onderhandelingen gestart en volgende week gaan wij naar het ministerie om te kijken op welke wijze het Rijk zijn verantwoordelijkheid daarin neemt. Daartoe zijn verschillende mogelijkheden. Het lijkt me wat voorbarig om nu reeds dit bedrag hiervoor in te zetten. Ik denk dat het veel verstandiger is om die gesprekken goed in te gaan, te kijken wat eruit komt en dan met een totaal plaatje naar uw raad te komen, om te bezien waar de problemen nog zijn en hoe groot die problemen zijn, zodat wij èn eventueel met het meerjareninvesteringsplan, öf met andere investeringsprojecten nadere voorstellen aan u kunnen doen. Kortom, op dit moment voorbarig. Wethouder KOEKKOEK De heer Dubbelman heeft namens het CDA een aantal opmerkingen gemaakt over het verkeers- en vervoersbeleid. Op 1 juli heeft de raad een tracé vastgesteld voor, je zou kunnen zeggen, de eerste fase van een busbaan. Daarover was de raad eensgezind. Een tweede element hebben we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 430