19 OKTOBER 1993 435 milieu, voor Burgerzaken en voor alle andere genoemde zaken. Wij hopen bij de behandeling van de begroting 1995 uw raad dat totale inzicht structureel en goed onderbouwd te kunnen geven, zodat uw raad dan kan komen tot een afweging en kan beslissen of we op deze manier verder kunnen gaan, een en ander in relatie tot de doelstelling van uw raad. Dan zal ook worden gekeken naar de formulering van de Leges verordening, met een discussie of die goed te interpreteren is en of dat wel of niet tot verschillen kan leiden, verschillen van interpretaties in de onderbouwing van de verordeningen van de verschillende gemeentes. Ook dat zal dan worden gepresenteerd. En ten aanzien van de milieuwetgeving en de milieuvergunningen verrichten de vijf grote steden van Noord-Brabant samen met de Provincie op dit moment een onderzoek, waarvan hopelijk eind november begin december de resultaten zichtbaar zullen zijn en we hopen die dan aan u ter bespreking in de commissie te kunnen aanbieden. Dat voor wat betreft de tarieven. Ten aanzien van de risico- en reserve-positie, waarnaar de heer De Leeuw, maar ook de heer Sandberg vroeg het volgende. Als we de situatie bekijken zoals die nu is, dan kunnen we zeggen dat we, tegen de achtergrond van de afspraken in het programakkoord, nog safe zitten. Maar we zullen wel steeds en dat doen we twee keer per jaar namelijk bij de jaarrekening en dat gaat door naar de begroting en bij de Kadernota, opnieuw de afweging moeten maken in de zin van: welke marges hebben we, wat kunnen we nader definiëren als definitieve risico's, wat moeten we nog nader onderbouwen ten aanzien van P.M.-risico's en hoe staat het in relatie tot de totale algemene reserve en andere reserves. Bij de Kadernota 1995 zullen wij opnieuw daarop terugkomen en bij de Kadernota 1995 komen wij in dat kader opnieuw terug op de huidige P.M.-posten en de streepjes en de verschillen tussen P.M. en een streepje, die nu in het overzicht staan, want die leiden tot misverstanden en die zullen we in iedere geval bij de Kadernota wegwerken. Het gaat ons erom, dat we zo snel mogelijk zichtbaar maken of een risico hard is. Moeten we op een bepaald moment ons verlies nemen of niet. Bij Westerpark hebben we nu een concreet voorbeeld en bij de vaststelling van het Bestemmingsplan Westerpark zullen we daarop terugkomen. Dan zullen we ook moeten kijken op welk moment we het verlies accepteren en of dat in het belang is van de gemeente. In z'n algemeenheid en dat ook in antwoord op de vraag van de heer Sandberg het volgende. We zien langzamerhand de discussie over de bepaling van de hoofdlijnen van beleid en de vaststelling daarvan verschuiven van begroting naar Kadernota. Bij de Kadernota stellen we het totale beleid en de wijzigingen daarin vast en de begroting geeft het totaal beeld voor het concrete jaar. Dat is ook de lijn die we de afgelopen jaren hebben ingezet en waarbij ook de koppeling naar cijfers en beleid nog nader wordt ingevuld. In deze Nota van Aanbieding is daaraan verder verdieping gegeven. We zullen dat traject ook bij de Kadernota voortzetten en dan zal opnieuw het grote beleid in relatie tot de cijfers worden gepresenteerd. De decentralisatie impuls en de consequenties daarvan. De heer Van Raak heeft er op een aantal terreinen al op gewezen dat we niet alleen met het werk, het beleid en de taken worden geconfronteerd maar ook met de financiële consequenties. In z'n algemeenheid gaan we er vanuit dat de bezuinigingen op de taken die we krijgen toegewezen en de bezuinigingen op de middelen die het Rijk toepast binnen de taakvelden worden opgevangen. Dat principe staat ook in deze Nota van Aanbieding en dat zullen we ook als principe handhaven, los van de discussie of we in verband met het algemeen belang van onze burgers tot een uitzondering moeten komen. De Milieudienst. Ik ben in iedere geval blij met de benadering van de heer De Leeuw. Die stemt tot een positieve opstelling, waarom een regionaal milieubeleid ook alleen kan worden ingevuld bij een regionale Milieudienst. Wij zullen ook daarover in de Gewestraad op 17 december aanstaande besluiten moeten nemen en ik hoop dat dat in brede zin gebeurt en dat we daar een basis vinden om op regionaal gebied dat milieubeleid vorm te gaan geven, ook in de dienst. En ondanks het feit dat de democratische controle via een W.G.R. naar een W.G.R. nog niet optimaal is, hebben we met elkaar dit voorjaar, in het belang van het milieubeleid besloten om, vooruitlopend op de eventuele vormgeving van een democratische controle, reeds nu te besluiten tot de overdracht van taken en bevoegdheden naar een regionale Milieudienst. Afhankelijk van de besluitvorming

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 435