19 OKTOBER 1993 439 geïnformeerd zal worden over dergelijke beschikkingen en dat u op die manier politiek toch een vinger aan de pols kunt houden. Tenslotte heeft de fractie van Groen Links ons verblijd met een motie over een onderwerp waarop Groen Links voortdurend terugkomt. Ze vragen naar de bekende weg en ik denk dat ze niet anders verwachten dan dat het college het aanvaarden van die motie met klem ontraadt. Wij vinden toch dat ook wethouders recht hebben op rechtszekerheid en rechtszekerheid betekent een verordening. En als de raad een verordening vaststelt, dan moet dat een verordening zijn die spoort met de APPA en ik denk dat we niet van het regime van die wet mogen afwijken. Die wet maakt geen onderscheidt ten aanzien van de ontslaggrond. Wat natuurlijk wel kan, is dat we geen verordening maken, daar heeft de heer Garritsen gelijk in. Dat betekent dus dat we kiezen voor willekeur, maar dat is niet de lijn van het college. De heer GARRITSEN Mag ik even heel kort reageren? Het is geen kwestie van willekeur. Het gaat er juist om dat in situaties waarin iemand zelf ontslag neemt, hij in principe geen uitkering krijgt. En dat is de lijn die we kiezen. Dat is geen willekeur. De heer TAKS Mijnheer Garritsen, als nu een wethouder op politieke gronden ontslag neemt, wie toetst dat dan? Een wethouder die het gevoel heeft dat hij het politieke vertrouwen niet meer heeft, zou ontslag kunnen nemen, dat is ontslag op eigen verzoek. In uw optiek krijgt die wethouder dan geen uitkering, dat is volstrekt onaanvaardbaar, mijnheer Garritsen. De heer GARRITSEN Neen voorzitter, ons voorstel is, zoals dat ook in artikel 131 van de APPA staat, dat er een uitkering kan komen en dan zal het college met het voorstel moeten komen. Maar het mag niet zo zijn dat iemand die gedurende de rit zegt: ik stop ermee, ik ga iets anders doen, automatisch recht heeft op een uitkering. Dat vinden wij volstrekt onrechtvaardig. De heer TAKS De heer Garritsen leest artikel 131 verkeerd. De wetsgeschiedenis van artikel 131 houdt het volgende in. Tijdens de zeventiger jaren waren er heel veel kleine gemeenten. In veel van die gemeenten was het wethouderschap een nevenfunctie waar nauwelijks een vergoeding tegenover stond. En om die gemeenten te sparen voor ingewikkelde regelingen, is artikel 131 geformuleerd zoals ze luidt. De VOORZITTER Als we de stelling van de heer Garritsen zouden volgen, zou dat betekenen dat Breda zich daarmee zou isoleren van alle grote Nederlandse gemeenten. De heer GARRITSEN Voorzitter, ik denk dat we daarmee een heel goed voorbeeld geven, ook in de richting van de bevolking. De VOORZITTER Neen, wij zouden ons daarmee isoleren van alle grote Nederlandse gemeenten en van de Modelverordening zoals de V.N.G. die heeft ontwikkeld en wij kiezen niet voor dat isolement. Ik leg aan de fractievoorzitters het volgende voor. Wij zijn thans, omdat we vanavond buitengewoon royaal zijn geweest in het toekennen van spreektijd et cetera, ongeveer een uur over het schema heen. Wij hadden nu al 20 minuten bezig moeten zijn met de tweede termijn. Ik ga er vanuit dat de uitgebreide beantwoording van het college en de tevreden gezichten die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 439