19 OKTOBER 1993 443 De heer GARRITSEN Ik denk zeker dat dat voor de natuur de beste variant is en dat betekent gewoon een paar minuten langer dan met de T.G.V. richting Amsterdam reizen. De VOORZITTER U weet ook wel dat u mij niets over de natuur hoeft te vertellen, maar het gaat er even om De heer GARRITSEN Ik denk het juist wel. Dat is soms ongelooflijk hard nodig. Dat beseft u misschien niet, maar De VOORZITTER Ik heb u al verteld dat uw fractie in 's Gravenhage daar volstrekt anders over denkt en daarom neemt u een tamelijk geïsoleerde positie in in het geheel van Groen Links. De heer GARRITSEN U kunt over de Tweede Kamer-fractie wel een aantal zaken vertellen, maar ik denk dat over het tracé van de T.G.V. binnen Groen Links zeer zeker wordt gestoeid over wat de beste oplossing is en zeker over het tracé dat nu wordt voorgesteld. En de meerderheid zowel bij ons als Provinciaal als ook in de Tweede Kamer is voor het bestaand tracé. En dan maar een paar minuten langer. De VOORZITTER Als we praten over tracés, dan praten we over alle varianten behoudens het bestaande spoor. Het bestaande spoor is geen tracé, dan is het geen T.G.V., dan is het geen trein. Even los van de inhoudelijke discussie daarover. Wat de heer Sandberg bedoelt en wat u bedoelde is: welk tracé kiezen we buiten dat bestaande spoor? Dat is natuurlijk een interessante vraag en dat is ook dè politieke vraag, want De heer SANDBERG Het is voor mij helemaal niet zo interessant, althans niet in deze raadzaal, want deze raad is niet geroepen om daarover een definitief besluit te nemen, dat zijn andere organen. Waar het ons om gaat is, dat wij de belangen van de stad Breda moeten behartigen en het tracé langs de A16, langs Breda is voor de verdere ontwikkeling van deze stad hoogst ongewenst. En wij roepen het college op, met al haar instituties en bedrijven en andere organisaties die dat onderschrijven, om dat ook daadwerkelijk te onderschrijven en ter kennis te brengen van diegenen die over al die tracés, inclusief het bestaand spoor moeten besluiten. De VOORZITTER Waarvan akte, het woord is aan de heer De Leeuw. De heer DE LEEUW Dank u wel, zeker voor de uitgebreide beantwoording in de eerste termijn. Op een paar dingetjes willen we toch heel even terug komen, met name op de opmerking die wij in eerste instantie hebben gemaakt over de rol van de V.N.G. We hebben daarover duidelijk onze onvrede laten blijken en ook gezegd dat het niet alleen maar aan de Wet Voorzieningen Gehandicapten was gekoppeld, maar dat het breder is. En of je daaruit meteen de conclusie moet trekken datje er dan direct uit moet stappen, vind ik dan weer een ander uiterste, maar je mag er zeker naar kijken. Ik begrijp in ieder geval uit het antwoord van het college dat zij daar meer moeite mee heeft. En dan is onze vraag verder: wat doet het college met deze onvrede? Hoe maakt het college deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 443