19 OKTOBER 1993 449 Wethouder DE BRUIJN Ik heb nu nog niks toegezegd. Ik ben nog niet aan het eind van mijn verhaal. Voor het naar voren halen van de Wisselslag begeeft u zich in goed gezelschap van de SPAR, deS.B.Z. en nog diverse andere verenigingen. Dat hebben wij ook in april van dit jaar besproken. Wij hebben vervolgens ook geconstateerd dat dat toen geen aanleiding was, in zijn algemeenheid ook voor de raad niet, om de Wisselslag naar voren te halen. Wat ik toezeg, maar dat heb ik in de eerste termijn al gedaan, is dat ik deze notitie, waarin de financiële aspecten nadrukkelijk aan de orde komen, nog een keer in de commissie aan de orde wil stellen, om daarover met elkaar te discussiëren. Mevrouw HEERKENS Heeft u het nu over precies dezelfde notitie? Wethouder DE BRUIJN Ja. Wethouder KOEKKOEK De heer Dubbelman heeft nogmaals het standpunt van de CDA-fractie over de busbaan kenbaar gemaakt. Uw opvatting is mij duidelijk. De heer Sandberg heeft terecht de problematiek van het Parkeerbedrijf geschetst door de melkkoetjes op te heffen en daarvoor dure parkeergarageplaat sen in de plaats te brengen. Ik denk dat die problematiek, wanneer het parkeerbeheer verder wordt uitgewerkt, ook in de richting van de investeringen die te zijner tijd moeten worden gedaan, zeer ernstig door het college moet worden meegenomen. Wethouder VAN DONGEN Nog een drietal opmerkingen. Allereerst in de richting van de heer Dubbelman de vraag, die ik in eerste termijn niet had beantwoord, ten aanzien van de bezuiniging SAW en de nog nader te concretiseren efficiency-korting op een gedeelte van de bezuiniging van de dienst Stadsbeheer. Die zullen worden aangeboden en geconcretiseerd in de begrotingen van de nieuwe diensten die in januari aan commissies en raad zullen worden aangeboden. Op dat moment is ook de uitkomst van de discussie in het Stadsgewest bekend over de mogelijke bezuinigingen bij het Stadsgewest, waar ik over de haalbaarheid zeer pessimistisch ben. Ook daarover zullen wij u dan nader informeren. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer De Leeuw over het verschaffen van inzicht in de consequenties van de juni-circulaire en de september-circulaire, lijkt het mij verstandig dat wij eens bekijken hoe wij naast de commissie Financiën, Control en Grondbedrijf ook uw raad breder kunnen informeren over de consequenties van deze besluiten. Deze worden in ieder geval wel aan de orde gesteld in de commissie Financiën, Control en Grondbedrijf, maar het lijkt mij verstandig, gezien de grote bedragen waar het nu omgaat en de structurele consequen ties, dat wij ook uw raad tijdig daarover zullen informeren. Wij komen daarop terug. De heer VAN OS Bij interruptie, wethouder, u bent dus ook van mening dat u eigenlijk toch wel erg laat met deze informatie komt, als het gaat om de integrale afweging van deze begroting. Wethouder VAN DONGEN Waar het de effecten van de juni-circulaire betreft, denk ik dat wij gaan discussiëren over het punt waar de informatie heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van de juni-circulaire hebben de gevolgen in ieder geval ter visie gelegen in de commissie Financiën, Control en Grondbedrijf van 21 september; daar kwam die 700.000,-- uit. Wat betreft de september-circulaire kunnen wij niet anders concluderen dan dat wij die pas kunnen verwerken op het moment dat die ook uit is. Dat is meestal in september, na Prinsjesdag. En die effecten worden nu doorgerekend en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 449