21 OKTOBER 1993 458
De heer DUBBELMAN
Een hele korte beschouwing die meer lijkt op een stemverklaring, maar gezien het belang van
het onderwerp wil ik toch graag namens de CDA-fractie een enkele opmerking maken. Ik kan
kort zijn, de CDA-fractie heeft grote waardering voor het voorstel. Ik kan memoreren dat van
CDA-zijde altijd maximale steun is gegeven aan de hele LOSI (Licht Op Schering en Inslag)-
operatie en ik ben blij dat onze twee kanttekeningen over de relatie managementteam en concern
team enerzijds en het normeren van de delegatiebevoegdheid van de raad naar het college ander
zijds zijn overgenomen. Ik kan dan ook afsluiten dat wij als fractie gaarne akkoord gaan met
het preadvies ter vaststelling van deze verordening. Daarbij willen wij van de gelegenheid gebruik
maken om onze grote waardering uit te spreken met name voor de wijze waarop "de wijze uit
het Noorden" in korte tijd zeer veel heeft bijgedragen aan het voorliggend voorstel en tot slot
de betrokken ambtenaren sterkte te wensen, misschien mag ik daaraan toevoegen ook het nodige
incasseringsvermogen om behulpzaam te zijn bij het zo goed mogelijk implementeren van de
nieuwe organisatie.
De heer PEETERS
Er is met veel voortvarendheid gewerkt aan de nieuwe organisatiestructuur, de personele invulling
daarvan. Ik sluit me graag aan bij de waardering die de heer Dubbelman uitsprak voor het zo
snel gereedkomen van dit deel van het reorganisatieproces. Maar tegelijkertijd moeten wij beseffen
dat de nieuwe organisatiestructuur, hoe doordacht ook opgezet, niet meer is dan een startpositie.
Het eigenlijke en veel moeilijkere werk moet natuurlijk nog beginnen: de invulling, het gaan
werken volgens de nu gekozen werkwijze en het doen functioneren van de andere overlegvormen.
Dat is niet alleen een proces dat de nodige tijd zal vragen, het is ook een moeilijk te sturen, een
moeilijk te hanteren proces. Een ieder weet dat wanneer reorganisaties niet opleveren wat er mee
werd beoogd de oorzaak meestal is gelegen in het mislukken van juist dat proces. En daarom
extra aandacht en inzet voor de begeleiding voor het slagen van dit proces. In dit verband is het
goed dat u zoals u in de commissie Algemene Zaken te kennen gaf, voornemens bent om middels
een gerichte aanpak dat proces positief te beïnvloeden en te bevorderen, hopelijk met succes,
want ik dacht dat we veel mogen verwachten van deze reorganisatie. Reële verwachtingen bedoel
ik uiteraard. Hopelijk wordt daar in redelijke mate aan beantwoord.
De heer SANDBERG
Ik denk dat wij ook kunnen redeneren vanuit een stemverklaring. Wanneer zo dadelijk de
Organisatieverordening zoals u die aan ons heeft voorgelegd wordt aangenomen en daar ziet het
toch alleszins naar uit, dan zal dat het formele sluitstuk zijn voor wat betreft de raadsbevoegdheid
van een toch zeer indringend en moeilijk proces. Hierna rest de Raad nog slechts, dat "slechts"
is maar tussen aanhalingstekens want voor betrokkenen is dat natuurlijk erg belangrijk, een aantal
benoemingen. Deze zullen ongetwijfeld hierna vlot gaan komen. Ik zei al: een indringend en
moeilijk proces, dat toch met de nodige voortvarendheid is aangepakt en doorgezet. Graag wil
onze fractie uw college, maar ook via u de secretaris, die toch als peetvader van het proces
genoemd mag worden, en de heer De Feber, directeur van personeelszaken, complimenteren
met dit moment. Een nieuwe organisatie gaat formeel van start. Wij als raad zullen dat een beetje
bekijken op afstand en het zal ongetwijfeld nog heel veel werk betekenen voor het management
omdat nog vele mensen op de juiste plek moeten gaan komen. Wij van onze kant willen ons graag
beperken door nü de verwachting uit te spreken dat het straks ook vruchten gaat afwerpen, dat
burgers daadwerkelijk antwoord krijgen op hun brieven, wanneer ze het Stadskantoor benaderen,
dat onze medewerkers zich verplaatsen in de situatie van burgers die het Stadskantoor benaderen
voor een vergunning, voor een inlichting, of voor wat dan ook. Het objectief meten van zulk
soort zaken is een heel moeilijk proces, dat zou ook niet kunnen. Toch zouden wij het bijzonder
op prijs stellen wanneer de raad via de geëigende commissies met een zekere regelmaat op de