21 OKTOBER 1993 459 hoogte wordt gesteld van de verdere ontwikkeling van het proces en de voortgang. De aangebrachte wijzigingen in de verordening als resultante van het overleg in de diverse commissies hebben onze instemming en wij zijn dus akkoord met het voorstel. De heer VAN OS Iets meer dan een stemverklaring vanuit onze fractie. Ik denk dat inderdaad kan worden geconstateerd dat er een behoorlijk grote inspanning is geleverd om tot dit moment te komen, een inspanning die ook een zorgvuldige behandeling in de raad vraagt. Wellicht moeten we inderdaad spreken over een gemiste kans van 30 september waarop we met een aantal mensen recht tegenover elkaar zaten om elkaar eens goed door te vragen over dat geheel. Ik denk dat we kunnen spreken over een behoorlijk uitgebreide commissiebehandeling waar we denk ik een heleboel onderwerpen aan de orde hebben gehad. Zeker vanuiteen belangrijk deel van onze fractie zijn er nog wat vraagtekens bij het "zomaar" (en dat "zomaar" staat tussen aanhalingstekens op mijn papier) opheffen van bestuurscommissies, zonder de zekerheid te hebben van een alternatieve vorm van een bijdrage van de inwoners van de stad bij dat deel van het beleid. Wij zouden graag van het college een nadere toezegging hebben over hoe zij dat denken te kunnen invullen, al is het maar in het procesmatige in de zin van hoe ze daar mee om willen gaan. Als het gaat om het evalueren van een reorganisatieproces dat nu eigenlijk pas echt gaat starten dan zijn wij blij met de toezeggingen in de uitgebreide discussie in de commissie Personeelszaken waarin een aantal onderwerpen is genoemd op basis waarvan we denk ik het hele proces kunnen volgen en uiteindelijk hopelijk echt kunnen zeggen of de reorganisatie geslaagd is ja dan neen. Als het gaat om een aantal hoofdlijnen van datgene wat er op stapel staat, hebben wij toch nog wel enige zorg als het gaat om het wijkgericht werken. Op zich is dat natuurlijk uitstekend, maar het vraagt nogal wat afstemming tussen de verschillende diensten zoals ze nu op papier zijn uitgewerkt. Wat dat betreft is er in de commissies wel gezegd: we moeten daar nog aan werken. Zeker als het gaat om de afstemming tussen de dienst ROEZ en de dienst Stadsbeheer en ook binnen de dienst Stadsbeheer zelf, zouden wij heel graag als het gaat om het volgen van het proces zeer goed ervan op de hoogte willen worden gehouden, hoe u dat in de praktijk daadwerkelijk uitwerkt. In de algemene beschouwingen heeft de VVD-fractie er al even bij stilgestaan, in de commissies hebben wij er ook bij stilgestaan: het betreft de inzet van externe deskundigen binnen de organisatie. Ik denk zeker in het kader van de reorganisatie, dat een duidelijke heroverweging van die inzet steeds op zijn plaats dient te zijn. Zeker als we op alle plaatsen spreken over inkrimping van formatie, denk ik dat het heel goed is dat we zorgen dat we de goede deskundig heid binnen het ambtelijk apparaat overeind houden. Dat is wat anders dan de flexibiliteit weggeven met de inzet van externen, maar het vraagt nadrukkelijk aandacht zeker als we voor zeer lange tijd ingezet lijken te worden op bepaalde projecten. Ik kom tot een afronding. Ik hoop ondanks de discussie in de commissie Personeelszaken dat de zin rond de toelichting in de Organisatieverordening, dat een programakkoord een belangrijke rol kün spelen bij het gemeentelijk beleid, dat het nieuwe programakkoord zodanig zal zijn dat het een belangrijke rol zèl spelen, want ik denk dat daar toch het primaat van de raad ligt als het gaat om het uitzetten van het beleid waar die organisatie mee aan de slag moet. Ik denk dat de reorganisatie nu pas start, dat het nu pas echt gaat spannen. Het vraagt om een cultuurverandering, al vroeg een woordvoerder van de VVD-fractie zich af wat ze zich daarbij moesten voorstellen. Ik denk dat het goed beschreven is in het totale reorganisatieplaatje wèt we nu willen, het vraagt om begeleiding van het personeel en het vraagt niet meer en niet minder dan u succes te wensen bij de implementatie. De heer GARRITSEN Ook van onze kant waardering voor de toch snelle wijze waarop de reorganisatie tot stand is gekomen. De planningen die ons zijn voorgehouden zijn in feite ook gehaald en voor zover wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 459