21 OKTOBER 1993 464 Ik denk dus dat die burgerinspraak, of hoe je dat wil noemen, is geregeld. Voor de bibliotheek is het denk ik wat moeilijker. Ik kan me daar nog niet alles bij voorstellen. Ik kan me moeilijk voorstellen dat burgers gaan zeggen welke boeken er moeten worden gekocht, maar ik stel mij voor om met de meest betrokkenen: een afvaardiging uit de bestuurscommissie, in overleg te gaan hoe hun gedachten zijn, als er geen bestuurscommissie meer is, ten aanzien van de inspraak, inspraak is een misleidend woord, maar hoe zij over die betrokkenheid denken. Ik denk dat we er met z'n allen dan wel uitkomen. Maar dat er iets komt dat zeg ik u graag toe. Het volgende tot de heer Garritsen over de functie van coördinerend directeur. Ze zijn gekozen als hoofd van hun dienst. Als iemand als directeur voldoet dan kan hij natuurlijk ook wellicht coördinerend directeur worden. De voorzitter zei al: men is daar gezamenlijk mee gekomen. Wat betreft de onafhankelijkheid en dubbele petten moet ik zeggen dat ik daarin zeer hoopvol ben omdat bij de afgelopen kadernota de centen die voor cultuur waren uitgetrokken, eigenlijk door het DOC, het directeurenoverleg cultuur, met een "C" overigens, het staat in uw verordening met een "K", waar cultuur voor de rest met een "C" staat geschreven, dus DOC met een C, in alle eerlijkheid zijn verdeeld en nergens sprake is van dubbele petten. Ik heb daar dus gewoon hoop op. Ik denk als je een onafhankelijke directeur zou hebben tussen aanhalingstekens, dat dat ook niet zou garanderen dat die geen voorkeur zou hebben, maar in dit geval komt men er gezamenlijk uit. Laatst in de commissie is er over gepraat, zegt u. Ik kan me voorstellen dat u dat zegt, maar als mensen worstelen met vragen dan is dat niet denk ik zaak om dat al in het openbaar te gaan mededelen. Dus daar steekt gewoon niets achter. Maar de keus is duidelijk gemaakt. Tot zover. De heer VAN OS Heel kort. Bedankt voor de beantwoording met name rond de problematiek van de bestuurscom missies. Het gaat ons natuurlijk inderdaad niet om het uitstel van het besluit als ze straks pas worden opgeheven, maar inderdaad om een soort garantie om inbreng op een gelijkwaardig niveau te kunnen waarborgen. Ik denk dat de wethouder van Cultuur ons wat dat betreft voldoende heeft geantwoord over wat we daar op tegemoet kunnen zien. Bedankt. De heer GARRITSEN Ik wil kort even op die twee punten terugkomen. U zegt dat de Provincie in eerste instantie de bereidheid had om bevoegdheden af te staan. Ik heb het nooit op papier gezien, maar het gegeven is nu ieder geval dat men het unaniem eens is bij de Provincie: als er niet rechtstreeks is gekozen, is men niet bereid om bevoegdheden af te staan. Als je dat weet, dan denk ik datje heel voorbarig bezig bent om nu in feite de goed functionerende gemeentelijke Milieudienst op te splitsen en voor een deel eigenlijk af te schaffen, om het zo maar eens te noemen. Dat vinden we echt voorbarig en ook heel slecht omdat er op milieugebied nog zoveel is te doen. Ten aanzien van de sector cultuur blijven wij van mening dat het erg laat is wat betreft de schouwburg qua hoe die zaak bestuurlijk straks wordt geregeld. Die is nu dus in de verordening een gemeentelijke dienst zoals het nu is, maar natuurlijk zou eigenlijk nu al besloten moeten zijn hoe die zaak verder vorm zal krijgen, waar we al zo lang praten over een stuk privatisering, er had toch wat zicht op moeten zijn. Het laatste punt nog even, los van het feit dat het altijd heel moeilijk is om in een openbare vergadering over personen te praten, maar het gaat om de functie van directeur. Onze opvatting is dat het binnen cultuur een hele goede zaak zou zijn om de combinatie te maken van een eindverantwoordelijke die zowel hoofd is van het bureau cultuur en gelijktijdig de functie heeft van algemeen directeur. Dat zouden we op zich een heldere lijn vinden en dat betekent ook financieel niet een extra aanslag, om het zo te zeggen, op het budget, en op die manier had het kunnen worden geregeld. De wethouder zegt dat men gezamenlijk is gekomen met deze oplossing. Mijn vraag is: wanneer is het gemeld dat het dan niet zo gebeurt? Is dat in gezamenlijk overleg geweest, want we krijgen het nu te horen. Wanneer heeft het college besloten dat er dan een ander zou komen? Is het niet bekend geweest op het moment dat we in de commissie erover

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 464