21 OKTOBER 1993 468 De heer GARRITSEN Op zich moeten wij constateren dat Breda toch heel sterk kiest voor het maximaal benutten, uitnutten zou ik bijna zeggen, van de knooppuntstatus. Dat betekent eigenlijk een keus voor een maximale groei. Dat zie je eigenlijk in dit verhaal over de gemeentelijke herindeling terug en ook dat kom je weer tegen bij de regiovisie. Het is de vraag of je dat op die manier moet doen. Het betekent gewoon, als we de koers volgen van de gemeente Breda dat we maximaal groeien en dat in feite binnen het stedelijk gebied van Breda eigenlijk allemaal willen opvangen, dat we op de kortste termijn weer met dezelfde problemen zitten. Wij denken dat die maximale groei, die het college kiest, op een aantal punten heel slecht is voor de stad en met name op het terrein van milieu. Dat is een punt waarover in de brief aan Gedeputeerde Staten over de gemeentelijke herindeling eigenlijk nauwelijks wordt gesproken. Wat betreft de invulling, wat wil Breda gaan doen, en om dan toch een paar zaken te pakken, is er in eerste instantie de forse claim die men legt op het terrein van Teteringen, het maximale aantal woningen dat men in feite daar wil gaan bouwen. Dan denk ik, dat er toch minimaal een rapportage vanuit milieu-oogpunt onder zou moeten liggen om te zeggen: verdraagt het zich in die Lage Vuchtpolder om daar zo'n omvangrijke woningbouwlocatie te realiseren? Een ander punt: ten aanzien van de woningbouwlocatie tussen Bavel en Dorst wordt nu ook voor een maximale invulling gekozen, terwijl de P.P.C. in haar reactie zegt dat dat eigenlijk op dit moment niet eens aan de orde is. Daar kiest Breda ook voor een maximale woningbebouwing zonder er zicht op te hebben welk voorzieningenniveau daar gerealiseerd moet worden. Dat betekent dat die woningbouwlocatie compleet gericht zal zijn op Breda en dat betekent in feite, en die consequenties op milieugebied zijn absoluut niet voorzien, hoe is de aansluiting met dat gedeelte van Breda dat toch redelijk excentrisch ligt ten aanzien van het centrum van Breda. Dan krijg je, denken wij, de enorme druk op de zuidelijke rondweg die we dan net hebben aangepast want niet alleen het industrieterrein Hoogeind maar ook dat gedeelte zou dan voor een deel daarop worden aangesloten. Dus wat dat betreft hebben wij grote vraagtekens erbij. Anderzijds, als je bij Bavel-Dorst aan uitbreiding doet, dan lijkt het ons logischer om te kiezen voor wat betreft het voorzieningenniveau voor het aangewezen zijn op voorzieningen die daar in Bavel, Dorst of Nieuw Ginneken aanwezig zijn. In verband met de mobiliteit is dat een veel logischer keuze dan het vervoer, de mobiliteit alleen maar te doen toenemen door het gericht zijn op Breda. Dan is de vraag, dat zou ook stedebouwkundig verder moeten worden uitgewerkt, wat voor mogelijkheden er zijn, maar om zo zonder meer zonder daar enige onderbouwing daar weer voor het maximum te kiezen, is denk ik een slechte keuze. Ten aanzien van Prinsenbeek, en dan ga ik al een beetje over naar het verhaal van de regiovisie, is er ook een keuze ten aanzien van een stuk woningbouwlocatie waarvoor mogelijkheden zouden zijn en ten aanzien van een bedrijvenlocatie. Er wordt daar gekozen voor een bedrijvenlocatie aan de noordzijde van Prinsenbeek en de ontsluiting moet dan plaatsvinden via een aansluiting bij Zonzeel. Bij de vraag of dat kan worden gerealiseerd, zetten wij grote vraagtekens. Als we een 40 ha groot industriegebied, het Agro Businesscentrum, nog niet eens kunnen aansluiten en een rechtstreekse aansluiting krijgen op de Rijksweg 16, wat hard nodig is voor Heilaar- Steenakker, en nu zegt: dat zullen wij dan wel zien te realiseren. Als je dat soort zaken niet zeker weet dan is het absurd om daar zo'n bedrijvenlocatie weg te zetten want dat betekent dat de ontsluiting via de kern van Prinsenbeek zou moeten lopen. Ik denk datje met deze plannen die je hier presenteert Prinsenbeek een hele slechte dienst bewijst en ook het natuur- en het leefkl imaat van Prinsenbeek alleen maar verder achteruit laat lopen. De heer VAN GURP Bij interruptie. Wat is uw alternatief?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 468