28 JANUARI 1993
46
Mevrouw HEERKENS
Daar had u toch niet aan getwijfeld, mijnheer Dubbelman.
De heer DUBBELMAN
Maar het is altijd wel plezierig dat dit nu nog eens extra wordt benadrukt in de notulen van deze
vergadering.
De heer GARRITSEN
Bij de instelling van die bestuurscommissie en nu het benoemen van iemand uit de raad daarin,
wil ik toch zeker in de richting van de fractievoorzitter van de grote partij heel dringend vragen,
waar het gaat om een benoeming vanuit de raad, om dat niet te beperken tot een benoeming in
feite door de collegepartijen. In het verleden heb ik die zaak aangekaart in het fractievoorzitters-
overleg. Door de toenmalige voorzitter van uw fractie is gezegd dat, waar het gaat om deze
voordrachten vanuit de raad, ook Groen Links, als oppositiepartij, als je daarover kunt praten
in een monistisch systeem, daar ook bij wordt betrokken. En de discussie of een partij wel of
niet in het college zit is, denk ik, staatsrechtelijk een wat vreemde manier van werken. Ik heb
weieens begrepen dat dat in de Tweede Kamer ook niet gebeurt. En het zou vreemd zijn dat
benoemingen van leden uit de raad in verschillende commissies, een voorrecht is van partijen
die ook in het college zitten. Op deze manier zou deelname van partijen die niet in het college
zitten in bijvoorbeeld het Stadsgewest uitgesloten zijn. Wij zitten absoluut niet te dringen om
meerdere functies, maar wij zouden het wel netjes vinden om in het overleg betrokken te worden,
want dan voorkom je een discussie in de raad over welke kandidaten je naar voren moet schuiven
en welke niet. Ik wil de heer Dubbelman vragen om in het vervolg ook de fractie van Groen
Links bij het overleg te betrekken. Wat de zaak in politiek opzicht betreft het volgende. Wij waren
op zich niet zo'n voorstander van die bestuurscommissie en met name niet nu het in twee etappes
of misschien maar in een halve etappe wordt ingevoerd, wan het betreft alleen een bestuurscom
missie voor het basis- en speciaal onderwijs en dat nog niet voor het voortgezet onderwijs en
dat geeft toch de nodige problemen. Een ander probleem is steeds met een artikel 61-commissie
dat daarin iemand namens de raad zit, die ook in de functionele raadscommissie zit, in dit geval
is dat de commissie Onderwijs en dan zetje toch eigenlijk weer een raadslid ergens in, met twee
petten op. En dat is vaak een probleem. Onze voorkeur, los van de persoon, gaat uit naar een
persoon die niet in de commissie Onderwijs zit. Dat is, denken wij, een wat betere manier om
te werken. Een ander punt betreft de verantwoording richting raad. Die is eigenlijk nog steeds
niet goed geregeld en dat is ook zo'n probleem. Maar nu deze zaak reeds loopt en die
bestuurscommissie moet worden ingevuld, vinden wij dat daar iemand in moet zitten die een
goed hart heeft voor het openbaar onderwijs. En bij de voordracht van de andere leden is steeds
heel nadrukkelijk gesteld dat het iemand moet zijn die zich wil inzetten om de achterstandspositie
van het openbaar onderwijs in Breda te verbeteren. Dat was ook vaak een van de criteria die
bijvoorbeeld de Vereniging van Onderwijs naar voren bracht. Eén vraag hoef ik eigenlijk niet
te stellen, want ik weet dat degene die wordt voorgedragen op dat gebied best haar inzet heeft.
Dus dat is op zich geen probleem. Maar ik vind wel dat we het op een andere en wat meer
zorgvuldige manier hadden moeten doen, want dan kun je er ook eens over praten wie de meest
geschikte kandidaat uit de raad is, om dat te gaan doen.
Mevrouw HEERKENS
Nou wordt hij toch echt te bar, als de heer Garritsen
De VOORZITTER
Even wachten. Dat was de eerste termijn. Dan vraag ik nu of de wethouder behoefte heeft aan
een reactie.