21 OKTOBER 1993 470 kiest dan moetje dat ook tegen elkaar afwegen. Ten aanzien van Prinsenbeek, nogmaals, denken wij dat die keuze ongelooflijk slecht is, het betekent alleen maar overlast. We kunnen in feite op dit moment alleen maar instemmen met een uitbreiding van Teteringen, dat vinden wij een logische keuze en een aantal grenscorrecties dat erin zit vinden we ook volstrekt logisch. Ik denk dat het veel belangrijker is om op korte termijn eens te gaan onderhandelen met de omliggende gemeenten, om te bekijken hoe we nog tot invulling van een aantal woningbouwlocaties kunnen komen want die zaken kun je inderdaad versnellen. We hebben 14 hectare grond al jaren liggen in Nieuw-Ginneken die nog steeds niet zijn bebouwd en dan denk ik: op deze manier, zeker zoals de voorzitter zich steeds heeft opgesteld, werkt het absoluut niet, het werkt averechts, de samenwerking met de gemeenten is er absoluut niet gekomen en ik denk dat we op de verkeerde weg zijn en dat het een stuk samenwerking zou moeten zijn. De VOORZITTER Mijn dank voor de complimenten over de duidelijkheid van de stukken en onze vasthoudendheid om ook toch iedere keer niet uit te gaan van emotionele argumenten maar van zakelijke argumen ten. Ik denk inderdaad dat we in de stukken zoals ze voorliggen duidelijk hebben gemaakt dat we niet omdat we zo graag willen groeien grondgebied nodig hebben, maar omdat de behoefte van de centrale stad Breda met alle economische potenties die daaraan vastzitten uitbreiding van Breda mogelijk maakt. Ik zou nog eens willen onderstrepen dat wat ik ook al in de commissie Algemene Zaken heb gezegd ten aanzien van het bewaren van de eigen aard van de andere gemeenten als die aan Breda zouden worden toegevoegd. Wij zullen er alles aan doen om te zorgen dat het eigen karakter zoveel mogelijk overeind kan blijven, wij zullen daarover uiteraard trouwens ook met uw commissie maar ook met de bewoners van die gemeenten in gesprek moeten raken. Dan kom ik tegelijkertijd op de wens die de heer Sandberg heeft uitgesproken, zou dat pik- en pookspel tot het einde toe doorgaan of mogen we hopen dat dat eerder ophoudt. Ten aanzien van Teteringen heb ik kunnen vaststellen dat daar nu een einde aan is gekomen. Ik zou eigenlijk met de heer Sandberg wensen dat dat veel eerder tot een einde zou komen ook ten aanzien van de andere eventueel met Breda samen te voegen gemeenten. Ik denk dat dat op dit moment een illusie is, ik geloof dat men tot op het laatste moment zal blijven strijden. Wellicht dat een besluit van Provinciale Staten in het voorjaar van 1994 daar verandering in kan brengen, daarom moeten wij ook vurig hopen dat op provinciaal niveau niet voor de zoveelste keer weer tot een uitstel manoeuvre zal worden besloten want dat is nou werkelijk slecht voor de verhoudingen. Ik denk dat we zonder enige overdrijving kunnen vaststellen dat het de toch wat trage houding van de Provincie in het hele proces, dat voortdurend weer komen met nieuwe standpunten, het weer uitstellen, voor een deel heeft bijgedragen aan de verslechteringen van het klimaat en dat is eigenlijk niet alleen de mening van Breda, dat is eigenlijk de mening van alle gemeenten die met deze materie te maken hebben. In dat opzicht hopen we dat de Provincie dat doet waar zij voor is aangesteld en dat is besturen, aan de feiten veranderen wij toch niets meer. De argumenten zijn ook bekend, het gaat nu gewoon om het nemen van een politieke beslissing. Dan de koerswijziging van Oosterhout. Als ik de mening van het college mag samenvatten dan kan ik die het best samenvatten door te zeggen: vader is niet boos maar wel verdrietig en ik zal u ook uitleggen waarom. Wij hebben met Oosterhout in de afgelopen twee jaar een heel open overleg gehad in alle goede harmonie over de herindeling. Wij zijn dan ook met een gezamenlijk standpunt gekomen ten aanzien van de grenswijzigingen rond Dorst, wij hebben die ook in een gezamenlijke brief aan Gedeputeerde Staten vastgelegd en er was eigenlijk absoluut niks aan de hand. Het bericht in De Stem heeft ons even zeer verrast als dat u heeft gedaan en eerlijk gezegd snappen wij ook niet wat voor nieuwe argumenten er opeens zijn, omdat de grenswijzigingen zoals die door Gedeputeerde Staten worden vastgesteld, niet van zo'n principiële aard zijn dat deze opeens zo'n forse koerswijziging rechtvaardigt in de richting van de wens om Teteringen dan toch maar aan Oosterhout toe te voegen. Overigens is dat natuurlijk absoluut niet aan de orde dus in dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 470