21 OKTOBER 1993
472
bij hem. Hij zei: u gaat Bavel uitbreiden en Teteringen uitbreiden en hij doet dat met een ver
wijzing dat ze de voorzieningen in Breda nodig hebben. Neen, het tegenovergestelde, wij gaan
Bavel uitbreiden en het principieel eerste doel is: dat die mensen die bij Bavel erbij komen in
die nieuwe huizen die er worden gebouwd, in eerste instantie zijn aangewezen op bijvoorbeeld
de winkelvoorzieningen in Bavel. En secundair zijn ze aangewezen op de voorzieningen in Breda
maar dat is nu ook al zo, want secundair gaan de mensen uit Bavel, nu ook voor de wat grotere
andere boodschappen naar Breda. Het is dus juist de bedoeling dat de nieuwe wijken die erbij
komen zich primair richten op de bestaande kern, dat was ook de reden waarom wij als college
ons hebben verzet tegen de visie bijvoorbeeld waarbij alleen maar de nieuwe wijk van Bavel bij
Breda zou komen en de oude wijk van Bavel bij Ulvenhout zou blijven. Dan ga je een kunstmatige
scheiding maken, dan bouw je dus in feite een nieuwe wijk op 50 m afstand en tegen die wijk
zeg je dan: je mag geen boodschappen doen, bij wijze van spreken, in Bavel, jullie zijn
aangewezen op de voorzieningen elders. Neen, probeer ook de huidige voorzieningen in Bavel
en Teteringen en straks in Prinsenbeek, maximaal te benutten. Vandaar ook dat wij kiezen voor
bouw tegen de bestaande bebouwing aan. Dat geldt voor Teteringen, dat geldt voor Prinsenbeek,
dat geldt uiteraard ook voor Bavel, dat geldt niet voor Hazeldonk maar daar willen wij ook niet
bouwen, daar praten wij over bedrijventerreinen. Ten aanzien van Prinsenbeek denk ik dat ik
eigenlijk niets heb toe te voegen aan dat wat ik in de commissie heb gezegd. Wij hebben vrij
overtuigend kunnen aantonen dat die getallen voor ons ertoe leiden, wat wij al eerder hebben
aangegeven, dat Prinsenbeek absoluut noodzakelijk is, en dat Breda de woningen die ook de
Provincie overigens nodig vindt voor de stad, ook in Prinsenbeek zal moeten zetten. Overigens
is het aardige van dit stuk, dat even los van wat Breda vindt, zelfs als wij uitgaan van de provinci
ale visie en u weet dat de Provincie wat zuiniger denkt dan wij, dan nog hebben we Prinsenbeek
nodig. Ik hoop dat dat de Provincie ook ertoe zal brengen dat de vraag die ze aan ons heeft ge
steld: Breda, toon overtuigend aan dat Prinsenbeek noodzakelijk is, om het met ons eens te zijn
dat wij er ruim in zijn geslaagd om duidelijk te maken dat Prinsenbeek ook samen met Breda
zou dienen te gaan. Ik denk dat ik daarmee in de eerste instantie de vragen voldoende heb
beantwoord.
De heer GARRITSEN
Het is jammer dat u op de essentie van de opmerking niet ingaat, een van de essenties was: de
keuzes voor locaties voor woningbouw zou je ook moeten beoordelen op het punt van milieu,
of het verantwoord is om op die locaties inderdaad woningbouw te gaan realiseren, daar bent
u niet op ingegaan. Het tweede punt is: als je praat over het kiezen van locaties en zijn ze gericht
op Breda of zijn ze gericht op andere steden, dan is een ander aspect daarbij, bijvoorbeeld als
je Bavel-Dorst uitbreidt, hetzelfde wat gaat spelen bij Oosterhout, welke omvang houd je over
van bijvoorbeeld een groene gemeente om eigen voorzieningen overeind te houden. Dan zou
het weieens heel hard nodig kunnen zijn dat een groene gemeente een bepaalde omvang nodig
heeft om ook een aantal voorzieningen voor die bewoners te hebben en natuurlijk is het zo dat
voor
De VOORZITTER
U weet zelf ook dat uw verhaal hier niet klopt, want u moet eens even kijken naar de oppervlakte
van de groene gemeente en naar de verspreidheid van de kernen. Het is absoluut uitgesloten,
u moet zich voorstellen dat de mensen in Ulvenhout boodschappen moeten gaan doen in Baarle-
Nassau.