21 OKTOBER 1993 475 Gedeputeerde Staten een argument om Ulvenhout alsnog aan Breda toe te voegen omdat men in een nieuwer voorstel zegt dat de relatie Ulvenhout-Bavel zo sterk is dat het bij nader inzien verstandiger is om Ulvenhout ook aan Breda toe te voegen. Kortom, Gedeputeerde Staten voert nu terecht in tweede termijn het argument aan dat wij als Breda ook altijd al hebben gebruikt. Het is overigens ook niet zo zoals de heer Garritsen veronderstelt en ook in dat opzicht zit De heer GARRITSEN Nog een punt. Het gaat natuurlijk om de omvang ook qua inwonersaantallen wat Breda ook steeds laat gelden om financieel sterk te staan, dat ze als stad ook een aantal zaken kunnen bieden en natuurlijk heeft een groene gemeente een ander karakter dan een stedelijk gebied, dat besef ik heel goed, maar ook daaraan zal een bepaalde omvang vastzitten en die toets is gewoon niet gemaakt. De VOORZITTER Neen, maar het ging even over het argument dat u gebruikt. Ik stel dus vast dat u daar niet op terugkomt dus dat u mij in dat opzicht alsnog gelijk geeft, dat het niet deugt. Nog even over de regiovisie en over de verhouding tussen de regiovisie en de herindeling, u zegt: de regiovisie viel tegen en daarom heeft Breda nu besloten tot een nog grotere herindeling. Neen, Breda heeft van het begin af aan consequent de opvatting gehad dat Prinsenbeek, Hazeldonk, Teteringen, Bavel en Ulvenhout aan Breda dienen te worden toegevoegd, dus wij zijn de afgelopen twee jaar buitengewoon consequent geweest in onze standpunten en de regiovisie heeft daar in dat opzicht ook niets veranderd. We hebben op de regiovisie zelf commentaar gehad maar dat heeft in ieder geval niet geleid tot een andere visie als het gaat om de herindeling. De heer GARRITSEN Mag ik u aanraden nog eens een keer de publikatie van De Stem na te lezen waarin u in de reactie toen die zaak was afgeblazen toch in die richting ging. De VOORZITTER Neen, die reactie zit nog precies in mijn hoofd. De reactie van Breda was dat de regiovisie het bouwen op dat gebied dat Breda erbij wilde hebben onmogelijk dreigde te maken, met andere woorden: wij vonden dat de regiovisie moest worden aangepast aan ons idee over de herindeling. Dat is de precieze volgorde, in die herindeling hebben wij altijd veel grootschaliger ideeën gehad als het gaat over de bebouwing bij Bavel en bij Teteringen. Ik denk dat ik in de tweede termijn uw vragen zo goed mogelijk heb gepareerd. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd. 232 A. BEROEPSCHRIFT OP GROND VAN DE ALGEMENE POLITIEVERORDENING 1978 VAN MR. W. ZANDBERG NAMENS G.J.A. HEEREN TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN VERGUNNING VOOR HET INNEMEN VAN EEN STANDPLAATS MET EEN WAGEN VOOR VERKOOP VAN SNACKS OP EEN PERCEEL AAN KOMOORD. 232 B. BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER G.J.A. HEEREN, GERICHT TEGEN DE WEIGERING VAN EEN STANDPLAATSVERGUNNING VOOR DE UITOEFENING VAN STRAATHANDEL IN DE HAAGSE BEEMDEN, PLAN HEKSENWIEL. 232 C. BEROEPSCHRIFTEN, OP GROND VAN DE ALGEMENE POLITIEVERORDENING 1978, TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN VERGUNNING AAN G.J.A. HEEREN VOOR

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 475