21 OKTOBER 1993
477
verdere ontwikkeling van de ontwikkelingsschets Zandberg-Ginneken en dan kan die hele
fietsverkeersstructuur in de analyses en voorstellen worden meegenomen.
Akkoord.
238. REGIOVISIE STADSREGIO BREDA.
De heer GARRITSEN
Op zich hebben wij een paar punten aangestipt bij de herindeling. Ik wil één punt hier naar voren
halen. Wat met name uiterst funest is in de regiovisie, is met name de as van de de A16 als
hoofdontwikkeling te bestempelen. Het betekent dat de A16 op dit moment al gigantisch verstopt
zit, de uitbreiding naar zes rijstroken, zou je kunnen zeggen, geeft misschien enige verlichting,
maar wij denken alleen dat het betekent dat het nog verder verstopt gaat raken. De ontwikkeling
die Breda daar ziet ten aanzien van Hazeldonk en ten aanzien van wat ik net al heb genoemd,
Prinsenbeek, betekent in feite dat we straks een gigantische grote file krijgen en dan kun je
mistsignaleringen neerzetten zoveel je wilt, maar ik denk dat er geen enkele beweging meer zit
in de A16. Met name ten aanzien van het knooppunt Breda is het juist dat we geen enkele goede
aansluiting hebben met het Noorden voor wat betreft de spoorverbindingen. Dat zou veel urgenter
zijn en wij denken als je deze richting kiest, zoals de gemeente erop reageert, dat het alleen maar
een weer verder vastlopen betekent van de A16. Wij denken dat het een hele slechte zaak is.
Wethouder KOEKKOEK
Eigenlijk is het een stemverklaring van de heer Garritsen, begrijp ik. Ik neem kennis van uw
opvattingen over de A16. Ten aanzien van de spoorverbindingen in de
De heer GARRITSEN
Zou de wethouder misschien kunnen ingaan op de groei die daar al is geweest, dat alle getallen
die gestaan hebben in het Nationaal Milieubeleidsplan al verre zijn overschreden en datgene wat
er nu nog bijkomt betekent een nog verdere overschrijding. Dan denk ik: wat komt er nu terecht
van datgene wat ook in het Gemeentelijk Milieubeleidsplan staat?
Wethouder KOEKKOEK
Mijnheer Garritsen, ik heb het idee dat u appels met peren aan het vergelijken bent. Als het gaat
om de regiovisie is die ook nadrukkelijk ingekaderd in de visie voor West-Brabant en in de visie
voor West-Brabant is ervoor gekozen, dat staat ook in deze regiovisie, om juist de A16 die
ontwikkelingsas te laten zijn, daaraan ligt al Hazeldonk en de koppeling met Dordrecht ligt voor
de hand. Dat betekent dat je juist andere assen in Brabant kunt sparen, zou je kunnen zeggen,
voor industrialisatie, maar datje het op één plaats concentreert waar het ook de meeste kans heeft.
Als u het puur alleen vanuit Bredase belangen bekijkt dan denk ik dat u een groot aantal ontwikke
lingen over het hoofd ziet en dat hoor ik u ook nadrukkelijk zeggen. Ten aanzien van de
spoorwegverbindingen weet u natuurlijk ook net zo goed als ik, dat dit college en vorige colleges
herhaalde malen die zaak aan de orde hebben gesteld en dat talrijke onderzoeken tot nu toe steeds
uitwijzen dat er te weinig potentie zit in een rechtstreekse spoorwegverbinding tussen Breda en
Utrecht, dat is spijtig, spijtig en nog eens spijtig maar zo zijn wel de cijfers.
De heer GARRITSEN
Er zijn brandbrieven naar het ministerie gegaan over de groei van het verkeer op de A16. Wij
kiezen nu deze ontwikkeling langs de A16, we zien het uitzakken van het industrieterrein van
Dordrecht, we zien de uitbreiding die er aan komt van Moerdijk, dat betekent in feite dat het
straks van Rotterdam tot Breda een compleet geïndustrialiseerd gebied zal zijn, compleet