21 OKTOBER 1993 480 en met de medewerkers van het C.B.B. en de Stichting Leerwerkplaatsen, en ook de commissie Economische Zaken is nauw betrokken geweest bij de voorbereiding. Naar de mening van het college is het adviesbureau Van de Geijn erin geslaagd een nieuwe voortrajectvoorziening voor arbeidsmarktgerichte scholing te ontwerpen die beantwoordt aan hetgeen ons voor ogen stond toen vorig jaar de uitgangspunten werden geformuleerd. De doelstelling van de nieuwe stichting zoals die in artikel 1 van de statuten is neergelegd staat er borg voor dat de stichting zich richt op de meest kansarmen op de arbeidsmarkt, met andere woorden de doelgroepen van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. In samenspraak met de commissie Economische Zaken is het voorstel op twee punten aangescherpt, mevrouw Heerkens heeft ze geciteerd dus ik zal ze niet nader herhalen, maar aldus is denk ik volledig garandeerd dat de stichting datgene levert wat de gemeente Breda wenst. Dat ligt vast in punt vijf van het concept-besluit. Het is ook van belang voor de nieuwe stichting dat nu de geldstroom volledig structureel wordt gemaakt, dat maakt het mogelijk 40 scholingsplaatsen in te richten, dat geeft de nieuwe stichting een goede startmogelijkheid, beter dan wanneer je maar van 30 plaatsen en 10 additionele plaatsen had moeten uitgaan. Dit geeft meer kansen aan de startende organisatie. De raad is instemmend, de raad besluit dus conform het voorstel. Dit betekent dat op korte termijn de stichting wordt opgericht. Het nieuwe stichtingsbestuur is inmiddels reeds geformeerd en heeft al een aantal malen vergaderd. Zodra de stichtingsakte is gepasseerd wordt er een manager aangesteld die de taak krijgt de organisatie verder uit te werken, personeel aan te stellen en subsidieverzoeken te richten tot de gemeente Breda, het R.B.A. Wat betreft de voorkeursbehandeling van ambtenaren die de heer Dubbelman meent te signaleren denk ik dat er hier een misverstand in het geding is, dat is niet het geval. Waar het om gaat is dat de beste man op de juiste plaats komt, het stichtingsbestuur is daarvoor verantwoordelijk, maar het is wel zo dat het gaat om het toepassen van het sociaal statuut van de gemeente Breda. Er is een lichte voorkeur voor de gemeente ambtenaar, die valt rechtstreeks onder de werking van het sociaal statuut. Alleen bij wijze van uitzondering en uit morele verplichtingen neem je eerst die mensen die werkzaam zijn bij de Stichting Leerwerkplaatsen, hebben we zoveel mogelijk het sociaal statuut van toepassing verklaard op die groep. Alleen als een ambtenaar naar een functie dingt gaat hij voor, behoudens het geval dat de man niet geschikt is natuurlijk. Je moet het zó lezen, de beste man op de juiste plaats, dat is uiteraard de intentie. Wat betreft de wens van de commissie om geïnformeerd te blijven, dat is ook toegezegd, denk ik dat het goed is de vinger aan de pols te blijven houden, 1994 is een overgangsjaar, er kunnen nog problemen opdagen, we moeten inderdaad een waakzaam oog daarop houden, maar daar is de commissie alert genoeg voor denk ik maar zo, dat is wel gebleken. Akkoord. III. VASTSTELLING VAN DE BEGROTINGSWUZIGINGEN. 246. BEGROTINGSWUZIGINGEN DIENSTJAAR 1993 VIA DE "EENVOUDIGE PROCEDURE BEGROTINGSWUZIGINGEN" Akkoord. De VOORZITTER U heeft aan het begin van de vergadering op uw tafel gevonden een aantal briefkaarten van Amnesty International en een daarbij behorend zakje met zaadjes. Op verzoek van Amnesty International hebben we dit graag ook aan de leden van de raad ter beschikking gesteld. U weet dat deze week een grote campagne is gestart om ondanks alle tekenen van democratisering toch aandacht te vragen voor politieke moorden en voor de verdwijningen die ook in sommige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 480