25 NOVEMBER 1993
484
De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur met het gebed.
De VOORZITTER
Deze week namen wij geschokt kennis van het overlijden van ons gemeenteraadslid Willem
Haartman. Willem Haartman werd op 3 mei 1923 geboren in Malang. In 1938 kwam hij naar
Nederland. De H.B.S. doorliep Haartman in Utrecht. Vanaf 1945 volgde hij een opleiding aan
de Tropische Land- en Tuinbouwschool in Deventer. Enkele jaren later ging Willem Haartman
werken bij de Cultuur Technische Dienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij in Tilburg.
Bij die dienst was hij specialist op het gebied van de ruilverkaveling. In 1986 ging Haartman
met vervroegd pensioen. Al aan het einde van de zestiger jaren, kort na de oprichting van D66,
werd Haartman lid van deze partij. Van 1973 tot 1975 was hij lid van het hoofdbestuur van D66
namens Noord-Brabant. Vanaf 1980 heeft Haartman deel uitgemaakt van de steunfractie van D66
in de gemeenteraad van Breda. Na de raadsverkiezingen van 1990 kwam Haartman in de Bredase
gemeenteraad. Hij was lid van de raadscommissie Openbare Werken en Stedelijk Beheer en de
raadscommissie Volkshuisvesting en Bouw- en Woningtoezicht. Willem Haartman zal in onze
herinnering blijven voortleven als een vriendelijk, bescheiden, maar maatschappelijk betrokken
collega. Wij wensen zijn zus, vrienden en kennissen sterkte bij het dragen van dit verlies. Ik
verzoek u om een ogenblik stilte.
Ik schors de vergadering voor een enkel ogenblik.
SCHORSING.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
I. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN
DE GEMEENTE BREDA OP 23 SEPTEMBER 1993.
Akkoord.
II. MEDEDELING VAN INGEKOMEN STUKKEN.
Akkoord.
247. AANPASSING KLUISRUIMTE TEN BEHOEVE VAN OPSLAG REISDOCUMENTEN.
Akkoord.
248. WIJZIGING UITKERINGS- EN PENSIOEN VERORDENING WETHOUDERS 1971.
De heer GARRITSEN
Tijdens de begrotingsbehandeling hebben wij al over een punt van die verordening, waar wij
het niet mee eens zijn, gepraat. Er is de mogelijkheid om wethouders een uitkering te geven,
maar of je daar nou echt een recht van maakt, is voor ons een nogal omstreden zaak. Wat dat
betreft gaan wij niet akkoord. Wij vinden datje geen verordening moet vaststellen en datje per
geval moet bekijken of er een uitkering en welke uitkering nodig is. In de commissie Financiën
vroeg de heer Dijs van de PvdA-fractie: welke ruimte hebben wij lokaal om er van af te wijken?
Ik heb hem toen gevraagd: wat is de reden van die opmerking? Is het nu zo, dat als wij
beleidsruimte hebben de PvdA daarvan ook gebruik wil maken, of zeggen zij bij voorbaat dat
de mogelijkheid van een uitkering zo moet worden geregeld, dat wethouders in feite recht op
een uitkering hebben. Is de PvdA-fractie niet van mening dat, gelet op allerlei discussies, ook