25 NOVEMBER 1993 485 over de W. A.O.-rechten waar de bestaande gevallen zelfs nog worden genoemd, je in dit soort situaties die verordening toch zou moeten aanpassen? De heer DIJS Ik wil graag inhaken op de opmerking van de heer Garritsen. In de commissie POI stelden wij het agendapunt Verordening Uitkeringen van wethouders vast. Mijn algemene opmerking was: heeft de gemeente rekening gehouden met een beleidsruimte voor een Juridische Verordening? Daarop is door de wethouder voldoende geantwoord en vandaar dat ik toen tevreden was en daarmee instemde. De heer GARRITSEN Er is beleidsruimte. Maar ik begreep toen en dat begrijp ik nu eigenlijk ook, dat de PvdA daarvan geen gebruik wil maken. Wij willen op zich niet in de bestaande gevallen verandering aanbrengen. Wat de toekomstige gevallen betreft weet ik niet of voor de PvdA de ruimte die er is dan gaat meespelen. Wij willen het helemaal niet op personen spelen, maar wij vinden dat dit toch nog steeds een beetje een gouden regeling is. De VOORZITTER Stemt u er nu mee in, of niet? De heer GARRITSEN Neen, wij stemmen er niet mee in. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd. 249. OPVANG SOMALISCHE VLUCHTELINGEN. 250. GOEDKEURING BEGROTING 1993 VAN DE STICHTING WOONRUIMTEVERDELING BREDA EN VASTSTELLING VAN DE ALGEMENE FINANCIëLE BIJDRAGE VOOR DAT JAAR. Akkoord. 251. SERVICEBUREAU WOONCONSUMENTEN EN SUBSIDIëRING IN VERBAND DAARMEE. Mevrouw HEESSELS In april 1993 hebben wij al een keer gesproken over het opzetten van een servicebureau voor de woonconsumenten. En uit de reacties van de woonconsumentenorganisaties zelf, mochten wij toen concluderen dat die organisaties niet echt zaten te wachten op een dergelijk servicebureau. Het voorstel dat nu voorligt is weliswaar iets anders van opzet, dan dat wat in april voor ogen stond, maar het college blijft op zich opteren voor een servicepunt. De PvdA-fractie is met het college van mening dat de verandering in de volkshuisvesting een sterke derde marktpartij en dat zijn die woonconsumentenorganisaties, vraagt. En dat de gemeente dan een aanspreekpunt heeft in de stad, door de koppeling van de S.B.H. met een servicepunt, vinden wij op zich een goede zaak. Het voorstel dat nu voorligt, geeft echter niet aan hoe de organisatie gestalte zal krijgen en hoe de uiteindelijke invulling ervan zal zijn. Evenmin is op dit moment duidelijk wat de woonconsumentenorganisaties inmiddels van dit voorstel vinden, terwijl zij er toch gebruik van moeten gaan maken, enerzijds om invulling te geven aan die derde marktpartij en anderzijds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 485