25 NOVEMBER 1993
489
De heer GARRITSEN
Ook daar hadden wij graag gezien en op zich is het bestemmingsplan Haagse Beemden in
ontwikkeling, dat het ontwerp-bestemmingsplan ter visie ligt, dat bezwaren zijn ingediend en
dat de raad het heeft behandeld. En op zo'n moment besluit je ook of je daar een hotel wilt, ja
of neen. Op zich hebben wij inhoudelijk niet echt bezwaren tegen een hotelinvulling, maar wij
zien niet in waarom je dit met een artikel 19-procedure moet doen. Wij denken dat het
zorgvuldiger zou zijn als je op grond van een ontwerp-bestemmingsplan, dat in de raad is geweest
en door de raad is vastgesteld, dit initiatief neemt. En dan had het wat ons betreft ook met een
artikel 19-procedure gekund, maar op dit moment nog niet.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
258. UITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 1994.
De heer VAN DE STEENOVEN
Dit voorstel is een uitvloeisel van onze besluitvorming in 1991 over het Gemeentelijk Milieube
leidsplan. Wij hebben toen een groot aantal beleidsdoelstellingen op het gebied van milieu
vastgesteld en wij hebben afspraken gemaakt dat wij jaarlijks met een uitvoeringsprogramma
zouden komen, om die doelstellingen ook werkelijk te realiseren. Wij moeten nu het uitvoerings
programma voor volgend jaar beoordelen. Ik moet u zeggen dat mijn fractie er moeite mee heeft
om dit voorstel te beoordelen en wel om de volgende redenen. In de eerste plaats geeft het
voorstel, zoals wij dat nu voor ons hebben liggen, niet echt een uitsluitsel over wat wij nu precies
met het geld gaan doen. Er worden wel wat plannen genoemd. Er wordt gezegd: mogelijkerwijs,
als wij het verder hebben nagerekend, hebben uitgewerkt, dan kiezen wij voor dit; valt het wat
tegen dan doen wij bepaalde dingen niet. Dus hebben wij eigenlijk geen beeld van wat er nou
precies gaat gebeuren in 1994. Het tweede punt waarom wij moeite hebben om dit voorstel te
beoordelen is dat de projectevaluatie, zoals wij die tot nu toe hebben gehad en ook de voorstellen
zoals ze zijn geformuleerd, niet outputgericht zijn geformuleerd. Er worden allerlei positieve
intenties uitgesproken en er wordt gezegd: wij gaan het zus doen, wij gaan zo'n club oprichten
en wij gaan die mensen benaderen en die doelgroepen, maar echt in termen van milieurendement
wordt niet gewerkt. Wij zitten dus echt met het punt dat aan de ene kant de voorstellen zeker
onze sympathie hebben, maar aan de andere kant is het erg moeilijk om te bepalen of deze
voorstellen nu echt leiden tot de realisering van de doelstellingen zoals wij die in 1991 met zijn
allen hebben vastgesteld. Ik wil wel zeggen dat de uitgangspunten, zoals ze hier zijn geformuleerd
en de overwegingen in het preadvies in het algemeen onze instemming hebben. Ook het project
Duurzame Ontwikkeling Breda, zoals het hier wordt genoemd, zal door ons met welwillendheid
worden bezien, omdat wij met name ook verwachten dat je dan echt op een preventieve manier
met het milieu bezig bent. Dat wil zeggen, datje zodanig in de toekomst met stadsontwikkelingen
aan de slag zou kunnen datje op voorhand allerlei schadelijke dingen voor het milieu zou kunnen
uitsluiten. Daar zit met name ook onze zorg ten aanzien van de ontwikkeling van het G.M.P.
Met een aantal zaken is een goede start gemaakt, wordt goed aangepakt. Maar in de preventieve
sfeer, ik noem zaken als energie- en waterbesparing, afvalpreventie, het stimuleren dat de
consument ook in Breda op een milieuvriendelijke manier kritisch inkopen gaat doen, hebben
wij het gevoel dat het daar allemaal nogal aarzelend toegaat. En wat dat aangaat zouden wij graag
willen zien hoe ver wij nu zijn met het realiseren van de doelstelling daarvan, zoals wij die in
1991 hebben geformuleerd. Wij vinden ook de zinsnede in de inleiding van het preadvies van
dit voorstel, waarin dus met name financiële problemen worden genoemd als motivering om tot
een herschikking van de projecten te komen, geen goed uitgangspunt. Wij vinden dat wij in de
eerste plaats moeten kijken: hoe staat het met het milieu en hoe kunnen wij onze milieudoel-