25 NOVEMBER 1993 490
stellingen bereiken. En vervolgens kunnen wij dan eens kijken hoe het met die financiële middelen
zit. Wij willen niet op voorhand uitsluiten dat, als het nodig is, wij extra middelen voor die
G.M.P.-projecten beschikbaar willen stellen; dat willen wij met name hier ook gesteld hebben.
Samenvattend zeg ik u dat wij niet tegen dit voorstel zijn, wij zullen hiermee instemmen. Maar
wij hopen toch dat wij in 1994 wat concreter worden geïnformeerd over zaken als: hoe staat het
nu met het milieu en hoe staat het met name met het realiseren van de doelstellingen. Ik begrijp
best dat sommige zaken heel moeilijk te meten zijn. Maar van andere zaken, zoals bijvoorbeeld
de energiebesparing, waarvoor wij hele concrete cijfermatige doel stellingen hebben geformuleerd,
kun je op een gegeven moment best zeggen hoe het met het energiegebruik in Breda de afgelopen
jaren is gegaan, dat kunnen wij best becijferen. En dan kunnen wij tenminste echt kijken of wij
genoeg doen.
De heer VAN OS
Mijn fractie wil heel kort stilstaan bij dit voorstelWij kunnen instemmen met dit uitvoeringsplan
van het G.M.P., alhoewel ook wij wat twijfels hebben en ons de vraag stellen: waar stemmen
wij nu echt mee in? Op zich lijken wij nu in een soort cirkelredenering terecht te komen, waarbij
wij eerst de evaluatie in april moeten hebben, voordat wij goed zicht krijgen op de projecten
die wij inderdaad volgend jaar kunnen gaan uitvoeren. Ook mijn fractie wil graag een opmerking
maken over het een vinger aan de pols houden rond het geld voor het uitvoeringsplan. Zeker
als straks in V.N.G.-verband de middelen aan de algemene uitkering worden toegevoegd, denk
ik dat wij extra alert moeten zijn om het geld voor het G.M.P. ook daarheen te sluizen waar
het naar toe moet. De laatste opmerking heeft betrekking op een discussie in de commissie over
een mogelijk project voor volgend jaar: Duurzame Stadsontwikkeling Breda. Wij hebben er veel
over gehoord in de commissie. Er is eigenlijk heel lang bij stilgestaan. De voorzitter heeft toen
gezegd: het is relatief eenvoudig en heel praktisch gericht. In de toelichting kregen wij toch een
volstrekt ander idee, dus in dat verband gaan wij daar niet zomaar mee akkoord. Maar wij hebben
geen behoefte aan nog meer papieren tijgers en ik hoop dat het zo positief uitpakt, zoals de heer
Van de Steenoven het heeft geformuleerd.
De heer MAAS
In de commissie Milieu is redelijk uitgebreid over het uitvoeringsprogramma 1994 van het GMP
gediscussieerd. Door mijn fractie zijn twee zaken naar voren gebracht. Ten eerste: de ontwikkeling
op het gebied van de automobiliteit. Hierover staat in het uitvoeringsprogramma dat de
doelstellingen uit het G.M.P. zo vergaand waren, dat deze doelstellingen nu niet worden gehaald.
De vraag dringt zich op en dan citeer ik uit het uitvoeringsprogramma van het G.M.P. "Of de
doelstellingen niet moeten worden heroverwogen"Over dit zinnetje ben ik enorm gevallen. Het
G.M.P. was driejaar geleden onomstreden. Het is unaniem aangenomen. Nu de realiteit iets
harder blijkt, moeten de doelstellingen maar worden bijgesteld. In de visie van mijn fractie zouden,
wanneer de doelstellingen niet worden gehaald, niet de doelstellingen, maar de middelen moeten
worden bijgesteld. De wethouder heeft hier in de commissievergadering op geantwoord dat thans
zo'n 100 miljoen wordt geïnvesteerd in de verschuiving van de mobiliteit. Ik heb het echter
helemaal niet gehad over geld, maar over maatregelen. Die hoeven, als het gaat om de
automobiliteit, lang niet altijd veel geld te kosten. Ik wil ook nog opmerken dat de wethouder,
indien deze lijn wordt doorgezet, afwijkt van het verkiezingsprogramma van zijn eigen partij,
die juist spreekt over het volledig uitvoeren van het G.M.P. dat wij drie jaar geleden hebben
vastgesteld. Ten tweede wil ik nog even ingaan op het begrip: externe integratie. In het
uitvoeringsprogramma wordt veel waarde gehecht aan het begrip externe integratie. Naar de smaak
van mijn fractie wordt teveel geleund op deze externe integratie. De projecten die de afgelopen
jaren niet van de grond zijn gekomen, zoals projecten in de sfeer van bouwen bijvoorbeeld, zijn
juist projecten die het hadden moeten hebben van die externe integratie. In de discussie over de