25 NOVEMBER 1993
494
265. WIJZIGING VAN HET RAADSBESLUIT VAN 1 JULI 1993 TOT VERKOOP VAN
GROND, GELEGEN AAN DE ASSUMBURGSTRAAT, AAN DE STICHTING EXPLOITATIE
OPVANGHUIZEN VOOR VROUWEN EN KINDEREN TE BREDA.
Akkoord.
266. VERKOOP VAN GROND GELEGEN IN DE HAAGSE BEEMDEN AAN EEN DRIETAL
BOUWERS/ONTWIKKELAARS VOOR DE BOUW VAN 26 VRIJE SECTOR-KOOPWONIN
GEN.
De heer GARRITSEN
Voorzitter, om bekende reden tegen.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
267. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN
DE VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 1994 EN AANPASSING VAN EEN
AANTAL TARIEVENBESLUITEN
De heer VAN DE STEENOVEN
De PvdA-fractie is uiteraard, zou ik haast zeggen, geschrokken van de forse verhoging van de
afvalstoffenheffing ditjaar met/ 72,—. Dat was meer dan verwacht. Maar analyse van de oorzaken
geeft aan dat de verhoging een gevolg is van aan de ene kant onze eigen besluiten met betrekking
tot gescheiden inzameling, die besluiten vragen de nodige investeringen en anderzijds van de
externe tariefsverhogingen, met name met betrekking tot de stortkosten, waarop we zelf niet zoveel
invloed hebben. Dus, we kunnen nu eigenlijk niets anders doen dan akkoord gaan met deze
verhoging. Toch wil mijn fractie een tweetal kanttekeningen maken. In de eerste plaats: volgend
jaar gaan wij het "Model Breda" evalueren en dan vinden wij, zeker gezien de ontwikkeling van
de tarieven, dat we eens heel goed moeten gaan kijken naar kostenplaatje versus milieurendement.
Is die balans van kosten en moeite, de moeite die we de burgers vragen voor dat gescheiden
inzamelen, wil ik ook hier speciaal noemen, versus milieurendement nog wel in evenwicht? In
mijn fractie leeft met name zorg op dit punt. Als we kijken naar de verpakkingsmaterialen, het
gedoe met die plastic zakken zal ik maar zeggen, dan vraagt dat nogal wat van de burgers, dat
brengt de nodige extra kosten met zich mee en dan zijn er nog grote vraagtekens of al die verpak
kingsmaterialen wel zo goed kunnen worden verwerkt. Ik zeg nadrukkelijk dat wij nu niet zeggen:
we moeten daar nu mee stoppen. Maar wij vinden wel dat we de plicht hebben, zeker gezien
de tariefsontwikkelingen, om dat allemaal eens zorgvuldig te evalueren. En voor ons zijn zeker
ook als van S.V.M. de financiële bijdrage gaat wegvallen, op dit punt alle opties open. Dat wil
ik hier nadrukkelijk meedelen. De tweede kanttekening die ik wil maken heeft betrekking op
de effecten van deze tariefsverhoging voor de minima. Dit is een niet progressief tarief, zou je
kunnen zeggen. Iedereen moet evenveel betalen, ongeacht of je nou veel of weinig vervuilt en
of je veel of weinig verdient. Juist hier is een goed functionerend kwijtscheldingsbeleid, denk
ik, van het grootste belang. Deze tarieven brengen mensen met het laagste inkomen behoorlijk
in de problemen. En we moeten constateren dat het gebruik van die kwijtscheldingsregeling
behoorlijk afneemt, terwijl juist de financiële druk voor de mensen met een minimum inkomen
door die tariefsverhoging toeneemt. Ik zou graag willen dat het college met name daar nog eens
naar kijkt. Misschien kan er een notitie worden gemaakt voor de raad of voor de commissie
Financiën, waarin wordt aangegeven welke mogelijkheden er zijn voor de minima, die