25 NOVEMBER 1993 496 tariefsstijgingen van verschillende steden gezien dat de ene stad 100% doorberekent en de andere stad soms 60%. Daarin zijn grote verschillen. Maar het merkwaardige als je naar de tarieven kijkt is, dat het helemaal niet zo is dat degene die 100% doorberekent, ook het hoogste tarief heeft. Het komt soms voor dat iemand die maar de helft doorberekent, soms goedkoper is. Dus hoe die onderbouwing is, is vaak ook nogal twijfelachtig, denk ik, maar het is informatie die we in de commissie Financiën regelmatig over tariefsstelling in andere steden krijgen. De heer VAN OS Bij interruptie mijnheer Garritsen, wellicht is ons milieurendement wat hoger en daar pleit u toch voor? De heer GARRITSEN Neen, maar ik heb ook gekeken naar steden die ook gescheiden inzamelingen hadden en steden die daar nog veel minder ver mee waren en als je naar die tariefsstellingen kijkt dan vind je daarin nog heel weinig verband. Dat zal misschien nog wat meer gelijk gaan lopen. Maar waar het ons om gaat dat is dat we in Breda toch met een hele forse stijging zitten en dat alle fracties zich er heel druk om maken of de Bredase bevolking en met name de mensen die van een minimum inkomen moeten rondkomen, dit nog wel kunnen opbrengen. En dan zeggen wij: daar zal je toch naar moeten luisteren. Met dit soort tariefsstijgingen worden alle niveaus, de mensen met een salaris en de mensen met een uitkering, eigenlijk op nul gezet, of gaan achteruit. Dan zeggen wij en dat hebben wij ook in de commissie Financiën ingebracht: zou je dan die kostendekkendheid er niet af moeten halen en een deel ten laste van de algemene middelen binnenbrengen? En dan willen wij ons niet vastpinnen op een bepaald bedrag, maar we willen een discussie aangaan om een deel ten laste van de algemene middelen te brengen, zodat die tariefsstijgingen toch aan vaardbaar zouden zijn. Wij hebben helaas in de commissie op dat punt geen enkele steun gekregen. Het betekent voor ons toch een vrij wezenlijk punt, wij hebben er uitgebreid over gesproken. U hebt terecht in de commissie Milieu het verhaal van kostendekkendheid opgemerkt, wij hebben dat doorberekend en dat is een methodiek waar wij ook achtergestaan hebben. Maar op het moment dat allerlei landelijke zaken op ons afkomen die doorberekend moeten worden, moetje die dan ook doorberekenen? Daarover hebben wij intensief in de fractie gesproken en wij hebben gezegd dat deze tariefsstijging voor ons om twee redenen eigenlijk onaanvaardbaar isTen eerste vanwege de betrokkenheid van de Bredase bevolking bij het gescheiden inzamelen en de inspanning die ze moeten doen. Ik denk dan met name aan de mensen die dat maximaal doen. En als ze dan worden beloond met een maximale stijging dan is dat heel slecht voor het milieubeleid. En het tweede punt is dat we het ook sociaal eigenlijk onaanvaardbaar vinden om dit soort tarieven zo door te berekenen. Wat dat betreft denk ik dat ik het bij een termijn kan laten en ik denk ook naar de PvdA duidelijk te hebben gemaakt, dat we daarom tegenstemmen. Maar we ondersteunen van harte uw voorstel om eens naar een ruimer kwijtscheldingsbeleid te kijken en dat kunnen wij misschien heel gauw eens samen oppakken. Het zou heel goed zijn. De heer VAN DE STEENOVEN Ik vind uw opstelling toch een beetje teleurstellend, want op z'n minst had ik dan toch een uitgewerkt alternatiefje willen zien. Nu vind ik het een klein beetje richting verkiezingskoorts komen. Eerst heeft u in de commissie Milieu met het gescheiden inzamelen ingestemd, u vond het op zich een goede zaak en nu, op het laatste moment, zegt u: wij hebben er nog eens over gepraat en nou stemmen wij toch tegen. Ik vind het wat goedkoop. De heer VAN OS Voorzitter, ik heb er behoefte aan om daarop te reageren, omdat het juist de financiële kant van de zaak betreft. We hebben steeds gezegd: we lopen voorop, het gaat ons nu extra geld kosten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 496