25 NOVEMBER 1993
499
oefenen om de mogelijkheden van het kwijtscheldingsbeleid te vergroten. Ik wacht met
belangstelling nieuwe initiatieven af.
De heer GARRITSEN
Gelet op de discussie en de standpunten die wij naar voren hebben gebracht, zal duidelijk zijn
dat we tegen zijn.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
268. AANWIJZING ACCOUNTANT.
Akkoord.
269. VOORDRACHT BENOEMING DIRECTEUR VAN COOTH SCHOLENGEMEENSCHAP.
De VOORZITTER
U heeft een aanbeveling gekregen van 2 personen. Daar moet een keuze uit worden gemaakt,
dus u moet schriftelijk stemmen. Ik wijs als stembureau aan mevrouw Brosky, mevrouw Dammer
en mevrouw Van Bergen. Ik wijs als voorzitter aan mevrouw Brosky. Ik verzoek de bode de
stembriefjes uit te delen. Ik schors de vergadering.
SCHORSING.
DE VOORZITTER heropent de vergadering.
Mevrouw BROSKY-WESTDORP
Er zijn 32 stemmen uitgebracht waarvan 31 op de heer Stigter en 1 op de heer Kempink.
De VOORZITTER
Daarmee is de heer Stigter benoemd tot directeur. Ik ontsla het stembureau van haar diensten
en ik bedank haar voor de vele en gewichtige diensten bewezen aan de gemeenteraad.
Akkoord, met benoeming van de heer J. Stigter tot directeur van Cooth Scholengemeenschap.
270. ONTSLAGEN BENOEMING DIRECTEUREN MET INGANG VAN 1 JANUARI 1994.
De heer GARRITSEN
Wij hebben in de commissie Personeel al gemeld dat wij bij de benoeming van de directeuren
op één probleem stuiten en dat is dat wij van de sector Cultuur graag een dienst zien, met een
eigen directeur en dat wij de koppeling van een directeur van een instelling die tevens coördinerend
directeur is, niet een juiste keuze vinden. Dat betekent dat wij bij voorbaat al zeggen dat wij
met het voorstel onder punt 5 niet akkoord gaan, maar dat betekent en dat wil ik heel uitdrukkelijk
zeggen, absoluut niet een oordeel over het functioneren van die directeur, want wij hebben en
dat wil ik met nadruk zeggen, grote waardering voor haar werk als directeur van de bibliotheek.
Dus daarover is geen enkele discussie. Maar we vinden, gelet op ons standpunt ten aanzien van
de reorganisatie, dat we met die benoeming niet kunnen instemmen.
Akkoord, met het verlenen van eervol ontslag aan mevrouw M.A. Verharen als directeur van
de dienst Welzijn met ingang van 1 januari 1994.