28 JANUARI 1993 4
gehouden met de sociale gevolgen van die sluiting, maar hij heeft destijds ook met name
geprobeerd er voor zorg te dragen, dat door vestiging van andere bedrijven in ieder geval die
negatieve balans zo goed mogelijk weer in evenwicht zou komen. Ik noem daarbij de vestiging
van bedrijven als Van Melle, 3M en Talens, die destijds in ieder geval in belangrijke mate hebben
gezorgd voor compenserende werkgelegenheid. Er was de problematiek van de Machinefabriek
Breda als nasleep van het R.SV.-debacle. Met name als president-commissaris van de N. V. BrIM
heeft hij destijds een groot aandeel gehad in het ter beschikking stellen van fondsen om een
naderend faillissement te voorkomen en we kennen allen het hele vervolg dat daarop is gevolgd.
In de tachtiger jaren was er in Nederland, en niet alleen in Breda, maar in heel Nederland sprake
van een toenemende werkloosheid en dat vroeg in die tijd om bijzondere initiatieven van
gemeenteraden en van colleges van B. W., omdat zonder die initiatieven, die natuurlijk
onderling met elkaar concurreerden, het voor een stad heel moeilijk was om in die werkloosheids
slag sociaal gezien te overleven. De tachtiger jaren: het optreden in Breda van Ruud Sandberg
kenmerkt zich op dat moment dan ook door een aantal initiatieven en stimuleringsmaatregelen
die allemaal beoogden aanzetten te geven om die werkloosheidsproblematiek zo goed mogelijk
op te lossen. Ik denk dat we de heer Sandberg in dat opzicht ook dankbaar mogen zijn voor met
name zijn inbreng op dat moeilijke moment in de geschiedenis van Breda, toen wij in het bijzonder
toch door een groot aantal bedrijfssluitingen werden getroffen. Een volgend punt dat ik toch graag
nog eens zou willen noemen en waar ik zelf vanuit een andere capaciteit van nabij de activiteiten
van Ruud heb mogen meemaken, was de race van Breda om de status van Stedelijk Knooppunt.
Het ging er destijds om, om het Kabinet en de Tweede Kamer zo goed mogelijk te beïnvloeden
en het liefst om het Kabinet al een beslissing te laten nemen, omdat de Tweede Kamer in dat
opzicht altijd een onzekere positie inneemt. Het resultaat is bekend. Maar wat, denk ik, toch
voor een heleboel mensen niet bekend is, is het vele werk dat daaraan vooraf is gegaan. En ik
moet u zeggen dat ik af en toe wel eens een beetje ziek werd van de initiatieven die vanuit Breda
destijds werden ondernomen om Breda maar onder de aandacht van het Kabinet te brengen. Maar
uiteindelijk heeft dat toch, denk ik, het goede resultaat gehad. Dat goede resultaat werd vooral
ook behaald destijds onder leiding van burgemeester Feij. Samen met Ruud Sandberg wist hij
op zakelijke wijze de argumenten en kwaliteiten van Breda op een overtuigende manier aan de
man te brengen, waardoor het Kabinet op haar voornemens terugkwam en alsnog Breda de status
van Stedelijk Knooppunt gaf. Ik denk dat het met name ook de activiteiten van Ruud Sandberg
zijngeweest, diedaartoe hebben bijgedragen. Ik denk daarom, dat het voor hem ook buitengewoon
plezierig is om te kunnen vaststellen, dat die status van Stedelijk Knooppunt met name de
afgelopen maanden ook werkelijk financieel resultaten heeft opgeleverd. De afgelopen maanden
heeft Breda een miljoen gulden aan Rijksgeld kunnen binnenslepen, ook door activiteiten, aangezet
door de wethouder van Economische Zaken, maar ook volgend uit die knooppuntstatus en daarmee
is toch ook weer duidelijk aangegeven, dat die knooppuntstatus niet alleen maar een titel is, die
destijds werd gegeven, maar dat die - zij het in de ogen van het Bredase stadsbestuur veel te
lang - uiteindelijk ook tot daadwerkelijke resultaten heeft geleid, niet alleen in financiële zin,
maar ook als het gaat om het geven van prioriteiten in het Rijksbeleid. Dat de provincie daar
nog niet op alle punten achter is, betreuren wij, maar ook daar zal vroeg of laat de zon van de
wijsheid doordringen. Kortom, Ruud, als ik mag terugblikken dan denk ik dat ik mag vaststellen
dat je in de periodes dat je met name de portefeuille Economische Zaken hebt behartigd, op de
eerste plaats hebt gezorgd voor een vertrouwen van de lokale overheid, van het lokale bedrijfsleven
in dat stadsbestuur. Als je kijkt hoeveel grote steden van Nederland de afgelopen 15 tot 20 jaar
zijn omgegaan met het bedrijfsleven, dan moeten we helaas vaststellen dat niet alle gemeentebestu
ren erin zijn geslaagd om met dat bedrijfsleven op de juiste toonhoogte te communiceren. Daarvoor
is veel overleg nodig, daarin moet je heel veel tijd investeren, en je moet vooral in staat zijn
om de werkgevers te kunnen toespreken op de manier die zij gewend zijn. Dat is geen
gemakkelijke klus, want de boodschappen die je hebt te brengen zijn niet altijd vrolijke