23 DECEMBER 1993 518 in het besluitvormingsproces te weeg gebracht maar was zeker de kwaliteit van de besluitvorming ten goede gekomen. Wat betreft de financiële onderbouwing wil ik de volgende opmerkingen maken. Een opbrengst van 6 miljoen voor het Van Sonsbeeckpark legt een zeer zware druk op dit gebied. Het biedt weinig tot geen ruimte voor uitbreiding van de parkfunctie. Wat overblijft is compleet volbouwen, te vol volgens de heer Sinke, met luxe appartementen en vrije sector woningen op deze locatie. De heer VAN GURP Heeft u alle try-outs gezien? De heer MAAS Ik heb ze allemaal gezien en ik kan u vertellen dat ik van een paar wel een beetje geschrokken ben, ja. De heer VAN GURP Ja, nou dat zijn ze toch niet allemaal? Er zijn er toch ook bij met een versterkte parkfunctie? De heer MAAS Dat klopt. Ik denk toch dat een uitbreiding van de parkfunctie heel moeilijk is en de realisering van een zwembad wordt ook heel erg moeilijk. De raad is altijd voorgehouden dat zowel NAC als een zwembad op deze locatie geen werkbare optie is. Nu NAC weggaat komt wat mijn fractie betreft dat zwembad weer heel duidelijk in beeld. Mijn vraag op dit punt is of het college er ook zo over denkt en hoe het is te rijmen met de opbrengst van 6 miljoen. Wat betreft de locatie Steenakker-Zuid zou mijn fractie ervoor willen pleiten dat, wanneer de 3 miljoen opbrengst niet wordt gehaald, er ook aan NAC minder wordt uitbetaald. De heer Meeuwissen heeft zich ook in deze richting uitgelaten en ik heb gelezen dat de heer Sinke zich in de commissiebehande ling ook in deze richting heeft uitgelaten. Ik zou hem willen vragen eventueel in een tweede termijn alsnog deze uitspraak hier duidelijk heel expliciet te doen. Mijn vraag is of het college op dit punt ook bereid is om dit in een op te stellen overeenkomst met NAC vast te leggen, dus wanneer die 3 miljoen niet binnenkomt dat dan ook dat maximum niet wordt uitbetaald. Tevens zouden wij in de overeenkomst nadrukkelijk opgenomen willen zien dat voor de bouw van het stadion een open inschrijving gaat plaatsvinden. Tot slot bestaat bij mijn fractie de vrees dat wij nu een richting inslaan waar geen weg terug meer is. Het is voor ons onverteerbaar omdat een groot aantal zaken nog onduidelijk is. Ik zou er dan ook voor willen pleiten in de op te stellen overeenkomst expliciet een ontbindende voorwaarde op te nemen dat, wanneer de raad uiteindelijk onverhoopt niet akkoord gaat, dat gaat gebeuren zonder grote schadeclaims en dergelijke. Wat betreft de beeldspraak over het voetballen zoals deze vanmorgen in De Stem heeft gestaan, wil ik dan tot slot nog de volgende opmerking maken: de bal ligt nu bij de gemeenteraad, ik zie niet dat wij nu in een scoringsrijpe positie verkeren, ik zou dat liever in een een/twee-combinatie spelen en als de bal op een goede manier terugkomt dan kunnen wij misschien een doelpunt maken. Wethouder DE BRUIJN Ik wou graag eerst beginnen met de opmerkingen die door alle sprekers zijn gemaakt over de communicatie of de haken en ogen die aan het communicatietraject tot nu toe hebben gezeten. Iedereen en dat is ook in de commissie aan de orde geweest, heeft nadrukkelijk gesteld: het had wel iets fraaier gekund, om het maar in mijn eigen woorden te zeggen, en: doe dat in ieder geval voortaan beter. Afgezien van het laatste zijn wij het met de sprekers eens dat wij, ondanks de discussie hoe je dat exact moet invullen in dit soort projecten, nog zorgvuldiger met alle aspecten van de communicatie om dienen te gaan en zullen gaan. Wat dat betreft kan ik de leden van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 518