18 FEBRUARI 1993
52
stellen de raad voor om te besluiten als volgt:
de raad van de gemeente Breda;
kennis genomen hebbend,
van de beraadslagingen met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van de voorstellen inzake het te voeren minimabeleid in 1993 en het daarbij
behorende ontwerp-raadsbesluit (onder nummer 1993/nr. 34);
overwegende,
dat uit recente onderzoeken, meer in het bijzonder uit het rapport Moderne Armoede, blijkt
dat nog steeds burgers in een sociaal isolement verkeren;
constaterende,
dat in den lande op het ogenblik diverse methoden - buiten de in het raadsvoorstel opgenomen
voorstellen om - worden beproefd teneinde te bevorderen dat aan het isolement van burgers
een einde komt;
verzoekt het college,
medio 1993 een korte notitie ter bespreking aan de raad c.q. aan de functionele raadscommis
sie voor te leggen, in hoofdlijn bevattende een overzicht van:
a. de belangrijkste methoden die elders in het land terzake worden beproefd; en
b. de mogelijkheden respectievelijk onmogelijkheden en de te behalen effecten van maatrege
len ter doorbreking van het sociaal isolement aan te geven, hetgeen eventueel kan leiden tot
een concreet voorstel bij de begrotingsbehandeling 1994
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer PEETERS
Met het college zijn wij het eens dat er extra aandacht dient te worden geschonken aan mensen
met een minimuminkomen en dat een minimumbeleid nodig blijft. Wij kunnen ons zeer wel
vinden in het voorliggende voorstel. Het blijkt evenwel dat er nog steeds sprake is van een
onderbenutting van het sociale zekerheidsstelsel. Het is terecht dat daarom in het te voeren
minimabeleid 1993 naast een vereenvoudiging van de aanvraagprocedure, aan de voorlichting
extra aandacht zal worden besteed. Allereerst moet de onbekendheid met de mogelijkheden die
het sociaal zekerheidsstelsel biedt worden weggenomen. De Algemene Bijstandswet, de
bijzondere bijstand en het daarin opgenomen individualiseringsprincipe maken het mogelijk
zonodig aan elke individuele situatie tegemoet te komen. Dat als aanvulling op de genoemde
mogelijkheden en ik kom daarmee op de door mevrouw Brosky ingediende motie dat als
aanvulling daarop wordt nagegaan op welke wijze het sociaal isolement waarin mensen
verkeren kan worden opgeheven. Wij vinden dat een goede zaak. Wij zien de gang van zaken
dan als volgt: de resultaten van het onderzoek eerst ter bespreking aan de commissie voor te
leggen en naar aanleiding daarvan kan dan worden bepaald welke maatregelen zijn genomen
om concreet de gevallen van sociaal isolement op te heffen.