23 DECEMBER 1993 536 Wethouder KOEKKOEK Ik denk dat het toch goed is, niet alleen voor de heer Schroder maar misschien ook voor mezelf, om even te memoreren dat het 1 juli-besluit inderdaad de integrale aanpak voor ogen had, en nog steeds heeft, en dat op grond daarvan een aantal dingen in aspecten wordt uitgewerkt. Hier wordt het parkeren uitgewerkt. Een paar minuten geleden heeft de raad besloten akkoord te gaan met de voorbereiding van het eerste stukje van de busbaan. Dat kwam ook voort uit het 1 juli- besluit. U zegt: je had een integrale notitie dus moet je in één klap alles regelen. Dat was niet de bedoeling en dat is natuurlijk ook niet echt nodig. Wat we hierin doen is de vertaalslag maken tussen het tamelijk sec geformuleerde raadsbesluit naar een beleidsformulering die moet overgaan in een concretisering en materialisering van die hele thematiek. Ik zeg in de richting ook van de heer Van Gurp, dat die slag tussen dat raadsbesluit van toen en meteen de concrete uitvoering net te groot was. We hadden dit als tussenstap nodig om ook helder vastgelegd te krijgen door de raad welke kant het op moet, dan is dat in ieder geval voor een ieder helder, en het is dus één van de elementen. Ik heb ook aan de heer Garritsen proberen uit te leggen in de commissie dat dit een onderdeel is van een reeks van maatregelen om te komen tot een integrale aanpak en u blijft erop hameren dat het allemaal in die ene nota had moeten staan, dat was gewoon fysiek niet mogelijk, maar wellicht kunt u in de loop van de avond uw mening wat nuanceren. Ik hoop dat het lukt. De heer Adank spreekt over de randvoorwaarde aandacht voor het openbaar vervoer en de fiets. Dat is evident. We hebben daarover vanavond al een besluit genomen en een tijdje geleden een besluit over de fietsenstalling en de fietsvoorzieningen in de richting van de Haagse Beemden. U weet dat het stukje fietsvoorziening in de Teteringenstraat inmiddels ook gereed is, dat ziet er ook prima uit. Nogmaals, het zijn natuurlijk geen wereldschokkende stappen, maar stapje voor stapje komen we in de richting van een beter O.V.- en fietsaanpak. Het effect op de economie, dat heb ik in de commissie ook verteld en dat heb ik ook uitgebreid met de ondernemers besproken, is vrij lastig aan te geven. Over en weer hebben we elkaar bestookt in het overleg met de ondernemers met allerlei rapporten en de ene nam die professor mee en de ander had weer dat wetenschappelijk onderzoek, en je kunt er alles uit lezen watje lezen wilt. Duidelijk is wel, dat moeten we niet onderschatten, dat een stad die niet meer te bereiken is, ook al zijn er tig parkeerplaatsen, niet zo'n beste zaak is. Dan druk ik me genuanceerd uit. De voorbeelden met name uit Duitsland, waar men tijdig lering daaruit heeft getrokken, laten zien dat daar bloeiende economieën zijn. Bij steden in Engeland, waar men Gods water over Gods akker heeft laten lopen, laat iedereen maar binnen komen rijden, zijn de binnensteden verstikt. Nogmaals, dat hoeft niet per definitie ook voor Nederland te gelden maar het zijn wel gewoon de zaken die je om je heen waarneemt, dus blijkbaar is er gezien de bereikbaarheid een effect op de economie en hoeft het nog niet zo zeer, zo blijkt uit die geschiedenissen, het parkeren te zijn. We hebben geprobeerd, zeker naar aanleiding van het overleg met de ondernemers, om grootschalige, forse ingrepen in het schrappen van parkeerplaatsen te voorkomen, niet eenzijdig op te leggen en tegelijkertijd wel te voorzien in een alternatief. Rechtstreeks uit dat overleg is het collegevoorstel voortgekomen om het terrein van de voormalige gasfabriek in te richten als een tijdelijke parkeervoorziening. Er is natuurlijk nog een aantal knelpunten. De opmerking van de heer Adank, de parkeerdruk op de Ginnekenweg, ook anderen noemen dat: dat zijn zaken die we in deze nota bewust niet aan de orde stellen, het accent lag op de binnenstad, maar in de ontwikkelingsschets Zandberg-Ginneken loopt nu een aantal verkeersonderzoeken en daarin worden deze punten meegenomen. Ik hoop, maar ik heb het niet alleen in de hand, om in de laatste raadsvergadering van deze periode, de nota Parkeerbeheer aan u ter besluitvorming voor te leggen. IJs en weder dienende, als tijdens het proces geen onverwachte zaken gebeuren in negatieve zin, maar de hele planning is erop gericht dat u op 29 maart helderheid heeft over de financiële consequenties, de exploitatie en dergelijke. De heer Van de Steenoven geeft duidelijk zijn zorg aan, die het college ook deelt met zoveel woorden in de stukken, over de verschui vingsthematiek van het parkeren. Er zal goed op worden gelet om te voorkomen dat buurten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 536