18 FEBRUARI 1993
53
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Wij kunnen ons geheel en al verenigen met dit voorstel en de VVD-ffactie vindt de jaarlijkse
evaluatie en vaststelling een voldoende waarborg voor een adequaat en evenwichtig beleid, dat
erop is gericht de bijzondere bijstandsmogelijkheden maximaal te benutten en daar waar nodig
en daar gaan wij nu vanuit, ook het informatiebeleid toe te snijden op het voorkomen van
onderbenutting van de gelden die klaar liggen. Wij zijn ervan overtuigd dat, wanneer deze
mogelijkheden ontoereikend blijken te zijn zoals verwoord in de evaluatie en in vaststelling
van het plan, het college met aanvullende voorstellen zal komen. Gezien het feit dat het door
het college voorgestelde minimabeleid jaar in jaar uit steeds raadsbreed is gedragen heeft onze
fractie geen behoefte aan de motie verwoord door het CDA en hebben wij om deze redenen
zoals net door ons verwoord ook geen behoefte om mede te tekenen.
De heer SCHRODER
Ik mag u wellicht herinneren aan de commissiebehandeling. Terwijl we toch in januari met die
nota's minimabeleid aan de slag zijn gegaan en vervolgens in februari de nota nog eens een
keer is terug geweest in twee termijnen in de commissie, moet ik toch zeggen dat achteraf de
hele behandeling in de commissie vrij mager is geweest. Juist op de hangijzers die er
kennelijk, zoals dat vanavond boven water komt, toch hebben geleefd is de nota onvoldoende
besproken, is er onvoldoende principieel gediscussieerd over de mogelijkheden of wellicht de
onmogelijkheden die er lagen. Onze fractie houdt principiële bezwaren tegen het labelen van
het Doorstromingsfonds aan het budget Welzijn. Onze fractie blijft van oordeel dat het
Doorstromingsfonds een volkshuisvestingsinstrument is en daardoor geen aperte welzijnsvoor
ziening. Dat zou wellicht anders liggen wanneer er sprake was van een algemene verhuiskos
tenregeling maar daarvan is in dit geval absoluut geen sprake. Kortom, het Doorstromings
fonds met als bedoeling om grotere woningen vrij te maken in het kader van een rechtvaardi
ger verdeling, mag ik het zo noemen, van het woningbestand van de gemeente Breda, lijkt me
iets wat op het bordje van de wethouder Volkshuisvesting terecht hoort en ook uit diens
budget moet worden gefinancierd en niet uit het budget Welzijn. Wellicht kunt u in de eerste
termijn er nog wat duidelijkheid over geven waarom het college toch van oordeel is dat het
vanuit welzijn moet worden gefinancieerd. Ten aanzien van de nota: ik heb in de commissie al
aangegeven dat het wat mij betreft deels papieren beleid is. De open balie-functie wordt
gehandhaafd, zo mogelijk uitgebreid, een ruimere invulling ook van voorlichting en er zullen
nieuwe methodieken worden beproefd om zoveel mogelijk voorlichting te geven en de ge
dachte daarachter is: wat betreft dat minimabeleid zijn we er wel, alleen moeten we het nog
aan de burgers zien te slijten. Onze fractie denkt dat die gedachte niet helemaal recht doet aan
de problematiek die er speelt. Tenslotte: een van de pijlers in de nota en ook een van de con
crete voorstellen is de schuldhulpverlening die gehandhaafd wordt. Ik mag erop wyzen dat de
schuldhulpverlening precies dèt instrument is, overigens volstrekt noodzakelijk, dat gehanteerd
kan worden en moet worden in die situaties waar het al mis is gegaan, maar ik wil ook
daarvan zeggen dat een minimabeleid ruimer zou moeten worden opgezet. Het hoeft niet per
se. eerst mis te gaan. 1992 is in deze raad vooral het jaar geweest van de schouwburg, het
platform van de verontruste Bredanaars en ten aanzien van die onderwerpen is het nogal roerig
geweest in deze raad. Tegelijk is 1992 het jaar geweest van het rapport Moderne Armoede. In
dat rapport is met name het sociaal isolement waarin de minima verkeren naar voren gebracht
en ook de wijze waarop zich dat manifesteerde. Dat sociaal isolement, de sociale armoede, is
ook een beetje kenschetsend voor de reactie van ons college op die nota, die min of meer voor
kennisgeving is aangenomen en zelfs in de commissie is nog gevraagd of de nota kon worden
gepreadviseerd, nogmaals ter bespreking kon worden opgevoerd, maar de reactie van de
wethouder daarop is een negatieve geweest. Dat was niet nodig, kennisgeving was voldoende
en de politiek ziet maar wat men daarmee doet. Sociale armoede, sociaal isolement: we praten