23 DECEMBER 1993
540
de afvalstoffenheffing. Als laatste, maar zeker niet als punt van de minste betekenis, wil ik hier
nog noemen dat de betrokken bewoners meermalen duidelijk te kennen hebben gegeven, dat zij
het huidige tarief acceptabel vinden. Zij wijzen een verdere verhoging af, maar accepteren het
huidige tarief van 10,--. Wij vinden dat laatste een belangrijk punt. Zeker in een situatie waarin
je moet vaststellen, wat ik al eerder zei, dat er geen enkele norm of dergelijke bestaat voor de
bepaling van de hoogte van het betreffende tarief. De heer Adank zei het ook al, in feite is elk
bedrag arbitrair. Als je in zo'n situatie met de burger die het aangaat tot overeenstemming kunt
komen dan moetje die kans toch met beide handen aangrijpen zou ik zeggen. Daar komt nog
bij dat er financieel gezien geen sprake kan zijn van enig bezwaar, gezien het bedrag waar het
hier in feite om gaat. Voor de individuele burger betekent de verhoging veel. Zeker als ik daarbij
denk aan het feit dat in de woonbuurten veel minder draagkrachtigen wonen. Maar het totale
bedrag van de opbrengst waar het hier om gaat is relatief klein. Kort en goed, op grond van
genoemde overwegingen is mijn fractie tot de conclusie gekomen, dat het thans geldende tarief
van 10,-- per maand voor vergunningen op kenteken, gehandhaafd moet blijven. Dat standpunt
heeft er toe geleid, dat wij in samenspraak met de fractie van D66 hebben besloten het thans
voorliggende voorstel voor wat betreft de tariefstelling parkeervergunningen te amenderen. Het
amendement, dat dus medeondertekend is door D66, wil ik u bij dezen graag aanbieden.
Het door de heer Peeters ingediende amendement luidt als volgt:
AMENDEMENT
met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders inzake taakstelling 1994
Parkeerbedrijf en invoering tariefdifferentiatie parkeervergunningen (raadsvoorstel 1993/286).
Ondergetekenden, de heren J. van Heusden en M. Peeters, leden van de raad van de gemeente
Breda;
gelet op het bepaalde in artikel 30 van het Reglement van Orde;
stellen de raad voor te besluiten als volgt:
de raad van de gemeente Breda,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met betrekking tot de taakstelling 1994
Parkeerbedrijf en invoering tariefdifferentiatie parkeervergunningen, en het daarbij behorende
ontwerp-raadsbesluit;
overwegende:
- dat het parkeervergunningstelsel noodzakelijk is vanwege de parkeeroverlast die woonbuurten
in de binnenstad ondervinden van bezoekers van winkels en instellingen;
- dat het algemeen van belang wordt geacht, dat ernaar gestreefd wordt het wonen in de binnenstad
zo aantrekkelijk mogelijk te maken, ook voor de minder draagkrachtigen;
- dat het tarief van het parkeervergunningstelsel vorig jaar reeds met 100% werd verhoogd;
- dat de inwoners van de stad in 1994 reeds met aanzienlijke tariefverhogingen worden
geconfronteerd (met name afvalstoffenheffing);