23 DECEMBER 1993 542 ik de steun van de heer Van de Steenoven ook heb, gezien zijn opmerking bij het vorige agendapunt, toen hij ook zei: het moet financieel mogelijk zijn om de parkeeraccommodaties te realiseren. Dus wat dat betreft kunnen we ook weer hoopvol de toekomst tegemoet zien. De heer VAN HEUSDEN Wij vinden dit een goed raadsvoorstel met uitzondering van een niet onbelangrijk punt, waar ik zo op terugkom. Het parkeerbedrijf heeft zijn taak vervuld en een miljoen opgebracht en cijfermatig valt er verder niet veel op aan te merken. Wij wachten voor het overige de nota Parkeerbeheer af. Ten aanzien van de parkeervergunningen kunnen wij van harte instemmen met de voorgestelde differentiatie. Anders ligt het met de verhoging van de tarieven voor 1994 van 10,-- naar 12,50 voor vergunningen op kenteken. Wij streven er in Breda terecht naar om de binnenstad zo goed mogelijk bewoond te krijgen en te houden, ook voor de minder draagkrachtigenen dat betekent het aantrekkelijk maken van wonen in de binnenstad. In dat beleid past naar ons gevoel het beschikbaar stellen van parkeervergunningen tegen een zeer matig tarief. We zouden derhalve dat tarief van 10,— willen handhaven. Dat heeft natuurlijk financiële consequenties. We zouden de daardoor ontstane mindere inkomsten gecompenseerd willen zien door bijvoorbeeld verhoging van het tarief D voor langparkeerders op het Chasséveld. Het bedrag van 2,50 per dag lijkt ons niet bepaald bij te dragen aan de door Breda voorgestelde terugdrin ging van het woon/werk- en het woon/winkelverkeer. Als mede-ondertekenaar van het amendement sluit ik mij, voor zover ik daar zelf niets over heb gezegd, graag aan bij de woorden van de heer Peeters. De heer SCHRöDER Ook onze fractie zal zich beperken tot de tariefstelling, met name de verhoging voor de bewoners van de binnenstad. In de toelichting op het voorstel wordt ten aanzien van de tariefstelling verwezen naar de doelstelling van het Structuurplan voor de Binnenstad. Maar een kanttekening daarbij: in diezelfde doelstelling wordt ook gesproken over de bevordering van de leefbaarheid in de binnenstad, ook het bevorderen van de woonfunctie in de binnenstad. Integraal beleid komt wat ons betreft in dit voorstel dan ook niet volledig tot zijn recht. Wonen wordt min of meer niet aantrekkelijk gemaakt in de binnenstad. Laten wij even terugkijken naar het verleden. De woonfunctie in de binnenstad is feitelijk al sterk uitgebreid. Laten we samen ook vaststellen, dat veelal toch niet de sterkste inkomensgroepen in de binnenstad wonen en dan verwijs ik met name naar bejaarden en jongeren en dat dan vervolgens de behoefte aan parkeren in de buurt onmiskenbaar belangrijk is in verband met name de sociale veiligheid of het bestrijden van onveiligheidsgevoelens. Kortom, er zijn legio argumenten te bedenken om juist de tarieven voor het parkeren door de bewoners van de binnenstad niet op te hogen. Ten aanzien van de tariefstelling vinden wij dit een slecht voorstel. Een slecht voorstel eigenlijk, zelfs een asociaal voorstel, omdat eenzijdig de lasten van de verhoging van de kosten voor controle worden gelegd bij de binnenstadbewoner. En dat, en dat moeten we constant hier tegenover houden, terwijl de overige Bredanaars, die wat betreft de bewoning niet op de binnenstad zijn aangewezen, nog steeds gratis gebruik kunnen maken van dezelfde openbare ruimte die ook evenzogoed van gemeentewege wordt onderhouden. Een vraag aan u, wethouder: wat kost het nu feitelijk, de heer Adank ging er ook al op in, om inderdaad de binnenstadbewoners te ontzien ten aanzien van die verhoging? Vervolgens: zijn er in de voorbereidingen tot dit besluit alternatieven aan de orde geweest om tot een meer genuanceerde tariefstelling te komen en als dat zo is, hoe zijn die afgewogen en waarom zijn die verworpen? Nog even aan de rest van de raad: ik zou van het CDA met name toch wat meer duidelijkheid willen hebben over die tariefstelling, zeker waar de heer Adank ook vraagt hoe deze nu precies is opgebouwd. De heer Adank zegt dat zijn fractie zich in grote lijnen in het voorstel kan vinden. Het uitgangspunt is inderdaad kostendekking, maar dat levert wat mij betreft niet zonder meer op, dat de tariefstelling ook voor de bewoners/ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 542