23 DECEMBER 1993 543 bruikers in de binnenstad zelf omhoog moet. Tot kostendekking zou je ook via een andere verdeelsleutel kunnen komen, waarmee dezelfde kostendekking wordt bereikt, maar de bewoners ontzien worden. De vraag, ook richting CDA, betreft de fractievoorzitter die toch met regelmaat zijn vinger op de zere plek legt, wanneer het gaat om bijvoorbeeld een gulden verhoging van de onroerend zaakbelasting, iets waar zijn fractie altijd heel kritisch in is. Hier gaat het om een kostenverhoging of een tariefverhoging voor een groep burgers, waarvan ik al zeg: zeker niet de meest draagkrachtigen. Ik wil ook met name richting CDA wijzen naar de bejaarde bewoners van de binnenstad. Het is een te grote tariefverhoging. De tariefverhoging die er vorig jaar al is geweest en de aangekondigde tariefverhogingen in het komende aantal jaren, maken het voor deze groep absoluut onaantrekkelijk. Ik zou een appèl, een christen-democratisch appèl, willen doen aan het CDA om ten aanzien van dit punt nog eens een keer de koppen bijelkaar te steken. Wethouder KOEKKOEK Ik constateer dat de discussie zich inderdaad bijna geheel beperkt tot het parkeervergunningstelsel en een aantal opmerkingen over het Chasséveld. De heer Adank geeft een uitgebreide stemverkla ring, de heer Peeters geeft aan en vraagt eigenlijk naar de motivering voor de kosten van het vergunningstelsel. Het is zo, dat een vergunning op dit moment conform de door de raad vastgestelde begroting van 1994 28,50 per vergunning kost. Dan heb je het over het verlenen van die vergunning, maar vooral ook over die vergunning handhaven. Want daar zitten natuurlijk de kosten, op het moment dat de bezoekers van de binnenstad op een vergunningplaats gaan staan is natuurlijk het effect van die vergunning weg. Dus de kosten zitten vooral in de handhaving en een klein bedrag daarvan is de administratie. Dat betekent dat, uitgaande van de situatie zoals deze was, die 10,—, de overige 18,50, zoals ook de heer Peeters al benadrukte, komen van de bezoekers die betalen bij meters, verzamel meters en garages. Daar komt de rest van het bedrag dan vandaan. Dus in de situatie van die/ 10,-komt/ 10,—van de vergunninghouder en/ 18,50 van de bezoeker van de stad die bij een betaalde meterplaats staat. Dus dat is bijna een verhouding van 33 66, zo om en nabij, een beetje grof gezegd. Dat gebeurt dus nu al, dat de parkeer- vergunning wordt afgewenteld, of hoe je het noemen wilt, op degenen die betaald parkeren elders in de stad. Ik ben het met mevrouw Van Bergen eens, maar in wezen ligt dat in het verlengde van de opmerking van de heer Van de Steenoven, dat je dus op moet letten dat ingrepen in het parkeerregime, of het nu het instellen van betaald parkeren is ofwel een uitbreiding van het vergunningstelsel, niet leiden tot overlast in de aanpalende buurten. Ik heb regelmatig contact met het buurtbeheer Brabantpark en ook daarbinnen weer met de club uit het Van Koolwijkpark, dus ik neem aan, die mensen kennende, dat ze zeer snel met de signalen zullen komen als het daar de verkeerde kant op zou dreigen te gaan. Over het gereedkomen van de voorziening hebben we net al uitgebreid gesproken. De heer Van Heusden suggereert een soort compensatie in de zin van: u krijgt wat minder geld binnen voor vergunningen als het amendement zou worden aangenomen. Leg dan maar wat meer op het Chasséveld. Daar is in principe natuurlijk best wat voor te zeggen, maar de redenering in het collegevoorstel is juist als je voor zo'n groot parkeerterrein, waar nog nooit iemand iets voor heeft hoeven te betalen, nu ineens forse tarieven gaat heffen, dat je dan een verdringingseffect krijgt waarover ik zeer ongerust ben, vandaar dat wij De heer VAN GURP Noemt u dat fors, 2,50 voor een dag? Wethouder KOEKKOEK Dat is een stijging van 250% ten opzichte van nu. Want het kost nu niets. Om te voorkomen dat, onmiddellijk nadat op het Chasséveld betaald parkeren is ingevoerd, er een verschuiving plaatsvindt in de richting van de aanpalende buurten, kiezen wij ervoor om vooralsnog een bedrag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 543