23 DECEMBER 1993
545
door het betaald parkeren en 10,-- door het vergunningstelsel, dan vindt u dat dus een juiste
verhouding. Dan vraag ik mij af: waar is die verhouding dan op gebaseerd? Dan blijft de vraag
hetzelfde: waar blijft de onderbouwing? Niettemin verhoogt u ook de kosten met 2,50 en dan
komt de verhouding weer heel anders te liggen. Ik bedoelde onderbouwing mis ik dan nog steeds
Het blijft dus een arbitrair bedrag. Dan praat ik nog niet over de inverdieneffecten. Is er ooit
berekend of de verhouding die u aangeeft, die 18,50 in eerste instantie, wel juist is? Als wij
niet kunnen parkeren in de woonbuurten, betekent dat dat men moet parkeren op het betaald
parkeren en dat zijn dus inverdieneffecten, dat zal ook moeilijk zijn, die niet berekend zijn en
ik vraag mij af of dat een juiste verhouding blijft. Ik wil nog eens benadrukken dat wat de heer
Adank opmerkt met betrekking tot de nadelen en de voordelen die de binnenstad heeft. Als u
en ik naar de binnenstad gaan, dan gaan wij daarheen om te winkelen en voor een korte tijd.
Bewoners van de binnenstad beleven de binnenstad 24 uur en dat is een beleving die niet altijd
vervuld is van plezier en geneugten. Tegenover dat soort opmerkingen kan iedere keer een andere
opmerking staan.
De heer ADANK
Mag ik interrumperen, heel kort? Ook van niet-binnenstadbewoners vragen wij een niet geringe
bijdrage in de kosten van de mobiliteit en die kosten zullen in de toekomst alleen maar toenemen
en in die zin heb ik over een reële verhouding gesproken over datgene wat wij vragen. Ik bedoel:
mensen die niet in de binnenstad wonen zijn ook aangewezen op een centrumvoorziening als
een bibliotheek, een muziekschool, (straks) een theater en een kernwinkelapparaat en die zullen
ook steeds dieper in de buidel moeten tasten voor hun mobiliteit en dat staat straks in een reële
verhouding tot de kosten die wij vragen op dit moment voor de parkeervergunningen.
De heer VAN GURP
Ja, maar die mensen uit de binnenstad willen ook weieens in het bos gaan wandelen. Dan moeten
zij daar ook naar toe. Ik bedoel, die stroom andersom is er toch ook?
De heer PEETERS
Bovendien denk ik, mijnheer Adank, als u die berekening daarop los zou laten, hoeveel de
bezoeker aan de binnenstad kwijt is aan parkeren of voor mijn part aan fietsenstallingen, dan
denk ik dat u nog wat anders zou künnen uitkomen. Voor mij blijft het een arbitrair bedrag en
een verhoging met dit percentage acht ik niet acceptabel en ik vind het bijzonder jammer dat
de heer Adank nu in de tweede termijn al te kennen geeft het amendement niet te steunen, want
ik had toch gehoopt met de heer Schroder dat het het CDA wel zou aanspreken, dat de lasten
voor de burger steeds hoger worden en de heer Schroder gaf daar een voorbeeld van in de richting
van de fractievoorzitter. Ik kan dat alleen maar onderschrijven.
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT
Ik heb in mijn eerste termijn al aangegeven hoe wij denken over de tarieven en omdat het tarief
in dit voorstel voor 1994 wordt aangepast en wij daarna de onderbouwing krijgen in de nota
Parkeerbeheer, kunnen wij akkoord gaan, zoals ik daarnet al zei, met de tarieven en daarom
steunen wij ook het amendement niet.
De heer VAN HEUSDEN
De wethouder heeft ons bepaald niet kunnen overtuigen. Hij heeft ook weer, en de heer Adank
heeft dat ook gedaan, het woord kostendekkend gebruikt. Ik heb altijd het gevoel gehad, maar
daarin zal ik mij wel vergissen, dat de moeilijkheid om het begrip kostendekkend behoorlijk te
definiëren is aangegrepen om die kostendekkendheid op de lange baan te schuiven. Niemand
wil toch meer dat die zaak kostendekkend wordt. Overigens hoor ik van de wethouder een bedrag