23 DECEMBER 1993
549
Wethouder KOEKKOEK
Dan zeg ik hetzelfde, want de juridische informatie die wij hebben ingewonnen, geeft aan dat
ook voor hen de bescherming van het overgangsrecht geldt.
Mevrouw VAN BERGEN-NLIEHOLT
Ik was nog in overleg. Mag ik nog een stemverklaring geven? Ik wilde een voorbehoud maken,
onze fractie wil voorstemmen, behalve de twee woordvoerders van de commissie Ruimtelijke
Ordening. Wij willen graag tegen dit bestemmingsplan stemmen.
Akkoord, met de aantekening dat mevrouw Van Bergen en mevrouw Neeb geacht willen worden
te hebben tegengestemd.
289. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN PERCEEL GELEGEN AAN DE ZONNE
BLOEMSTRAAT/MINISTER NELISSENSTRAAT TE BREDA.
290. BEROEPSCHRIFT VAN BEWONERS VAN DE VENUSLAAN OP GROND VAN DE
ALGEMENE POLITIEVERORDENING 1978 TEGEN HET BESLUIT TOT HET INRICHTEN
VAN EEN TERREIN NABIJ DE VENUSLAAN ALS UITLAATPLAATS/LOSLOOPTERREIN
VOOR HONDEN.
291. BESTUURSCONVENANT ZUIDELIJK STROOMGEBIED MARK.
292. AANGAAN VAN EEN HUUROVEREENKOMST BETREFFENDE EEN GEDEELTE
VAN HET PAND MIJKENBROEK 31 TEN BEHOEVE VAN HUISVESTING VAN DE
MILIEUDIENST.
Akkoord.
293. GRONDEXPLOITATIE EN BODEMSANERING OPEN GATEN TUINZIGT.
De heer MAAS
Ik ben niet bij de commissie Financiën geweest. In de commissie Milieu hebben wij voor dit
voorstel gestemd en ik denk redelijk overtuigend omdat aan deze situatie, de bodemverontreinigin
gen in deze wijk, natuurlijk iets moet worden gedaan. Wat ik heb begrepen van onze zieke
fractiegenoot is dat er in de commissie Financiën wel uitgebreid is gediscussieerd over dit
onderwerp en dan met name over de nogal plotselinge stijging van de kosten die in wezen niet
was voorzien. Ik zou dan ook de wethouder willen vragen om naar de commissie Financiën met
een rapportage te komen over hoe het zo heeft kunnen gebeuren, om daaruit lering te trekken
hoe wij daarmee in de toekomst dienen om te gaan.
De heer VAN DE STEENOVEN
Uiteraard zijn wij het ook eens met de bodemsanering en de herontwikkeling van de betreffende
locatie in Tuinzigt en wij hadden ook bezwaren, en hebben deze nog steeds, tegen een ander
punt dan de heer Maas daarnet naar voren bracht, althans hij zal wel op dezelfde bedragen doelen,
maar feitelijk was er toch nogal laks omgegaan met de verplichting die de vorige eigenaar van
het stuk grond was aangegaan om het terrein weer schoon te maken. Wat er dus feitelijk aan
de hand is, is dat wij nu tonnen moeten uitgeven om dat terrein te saneren, wat in feite betaald
had moeten worden door de vorige eigenaar, wat ook was afgesproken, maar er is in geen jaren
naar gekeken en daar is dus, laten wij zeggen, een fors risico ontstaan. Ik moet zeggen dat de
wethouder in de commissie Financiën met zoveel woorden heeft toegegeven dat het wat laks is
gegaan. Wat ik nog veel belangrijker vind is dat hij naar aanleiding van dit punt een aantal goede
voornemens heeft geformuleerd voor 1994, die heb ik ook in het verslag gevonden en nu de
oliebollen al zijn uitgedeeld, denk ik niet dat wij meer kunnen vragen op dit moment aan de